Bleeke luchten(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] XI. Gelijk een Schim.... Gelijk een schim, in de affodillenweiden Van de Elyseesche Velden, bleek en stil, Voor eeuwig zwervend, zonder doel of wil En zonder leed, doch zonder heilverbeiden, Wanneer haar wekt een levende uit haar kil En leeg bestaan, den stervling gaat benijden, Die ziet de zon, en 't wreed van de aarde scheiden Beweent en vloekt der goden snoode gril - [pagina 23] [p. 23] Een beker bloed moet de arme schim verwarmen, Eer vindt zij niet voor klagewoorden kracht; - Zoo wekt de Mei, die weet van geen erbarmen, Met bloed van zon mijn ziel, die droomde zacht. Ik roep om vreugde en strek verlangende armen En heel 't herleven wordt me een wel van klacht. Vorige Volgende