De verheerlijkte schoenlappers of De gecroonde leersse
(1989)–Michiel de Swaen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |
Derde bedrijf
Joren claegt over de smerten van sijne liefde. Maey (1) is in beslagh met haere kokerij; den Keyser met Ambroos, op (2) weegh, naer Teunis. Hij wort ingelaten, en qualijk aengesproken, (3) dogh geraekt endelijk aen tafel. Sijne gasten slapigh geworden sijnde, hij vertreckt. Joren spot met den droncken Kosen en wort (4) ook gevat.Ga naar voetnoot41
Joren (alleen)
Een elsen is seer fijn, en geeft een cleenen (5) steek,Ga naar voetnoot537
Maer dikwils (6) volgen daer veel qualen op; dit bleek
Aen mijnen macker Klaes, wien, soo hij schoenen lapte,Ga naar voetnoot539
540[regelnummer]
In 't steken door de sool den elsen soo ontsnapte,
Dat sij (7), ter sijden af, dwers door sijn vinger schoot;
(8) Waer een soo swaer geswel op volghde, dat de doot
Tot op den durpel (9) quam, om hem in 't graf te stekenGa naar voetnoot543
Och! een veel minder scherp heeft mijne borst doorstekenGa naar voetnoot544
545[regelnummer]
Soo hevigh en soo fel, dat geene smert, nogh pijn
Van onsen Klaes, daer bij can vergeleken sijn:
Een smert een pijn soo groot, soo (10) moeyelijk om stelpenGa naar voetnoot547
Dat geen aptekers salf nogh plaester (11) mij can helpenGa naar voetnoot548
| |
[pagina 42]
| |
'k Dacht in 't begin, dat dien ervaren meester Jan,Ga naar voetnoot549
550[regelnummer]
Die, soo men seght, uyt 't graf, half doode trecken can,
En, door wiens wondre (1) konst, mijn macker wiert genesen,
Ook wel, met papperij, mijn qualen af sou lesen:Ga naar voetnoot552
Dies gingh ik hem te raed. Eerst tastte hij mijn hant;Ga naar voetnoot553
Dan vraegd' (2) hij: heb je pijn in keel of ingewant?
555[regelnummer]
Of schort het in de zij, of lenden (3), of gewrichten?
Of hebt gij u misschien t'Antwerpen, met de nichten,Ga naar voetnoot556
Der Lepelstraet vervuylt (4)? Ick (5) wiert, op dese vraeghGa naar voetnoot557
Tot achter d'ooren root, en sey hem neen... Wat plaegh,
Sprak hij dan wederom, magh u soodaenigh quellen?...
560[regelnummer]
Hoe voelt gij meerder (6) wee, al liggen, sitten, hellen,Ga naar voetnoot560
Of staen?... Wanneer?... bij daegh (7)?... bij nacht (8)?... waer sit de smert?
Toon (9) met de hant... Ick ley (10) de sijn', recht op mijn hert,Ga naar voetnoot562
En riep: daer meester Jan... Hij trok mijn wambays open,Ga naar voetnoot563
Hij sagh, hij tastte, en douw, al schreeuwen; g'hebt gesopenGa naar voetnoot564
565[regelnummer]
Geloov' (11) ik, Joren, of ge (12) sijt verdrayt van kop...Ga naar voetnoot565
Hier onder streek hij eens sijn spaensche knevels op,Ga naar voetnoot566
En vraegde hoe mij eerst de (13) pijn had overvallen?...Ga naar voetnoot567
Ick wederom: 't is nu een jaer, dat ik al mallenGa naar voetnoot568
Met onse Jaquelijn, van haer, een oogslagh kreegh,Ga naar voetnoot569
570[regelnummer]
En (14) zint dien oogenblik was (15) ik noyt op mijn deegh.Ga naar voetnoot570
'k Had nauwelijx Jaqlijn en oogslagh uytgesproken,
Of pik (16) en swavel scheen in sijn gesicht te koken;Ga naar voetnoot572
Waer op hij tierde: bruy van hier naer JaquelijnGa naar voetnoot573
Gij schobbejak, en vraegh van haer uw medecijn.
| |
[pagina 43]
| |
575[regelnummer]
Dit buld'ren sloegh, gelijk een donder, in mijn ooren;
Ick liep ten huysen uyt als voorts gejaegt met sporen;
Het (1) docht mij dat't (2) geraemt', 't gen (3) in sijn winkel stont,Ga naar voetnoot577
Met al de dieren en gedrochten, die in 't ront,
Van boven hingen, mij te saem, op d'hielen saten.
580[regelnummer]
Dus liep ick, sonder 't hooft te keeren, drij, vier straten,
Nogh min nogh meer, dan eenen (4) hont, wien aen de steertGa naar voetnoot581
Een fles gebonden is: noyt was ik soo verveert.Ga naar voetnoot582
In die benautheyt quam ik aen den hoek gelopen,
Waer Cupido, gheel naekt stelt al sijn dingen open,Ga naar voetnoot584
585[regelnummer]
En, sonder stilstant (5), streult (6) als of hij, met dat vocht,Ga naar voetnoot585
Vercoelen wou den brant, van ieders (7) liefde-tocht.Ga naar voetnoot586
Dan dacht ik, of dat wicht ook, niet sijn heete vonckenGa naar voetnoot587
In mij geschoten had, met Jaquelijnes loncken;
Dies ley ik muyl aen boort, en soop soo veel ik konGa naar voetnoot589
590[regelnummer]
Van 't water, dat hij stort, uyt sijne coele bron:
Maer ach! ick hadde schoon te suypen of (8) te drincken
Den brant bleef, aen het hert, en wou van daer niet sincken,
Waer over ik besloot te sien, of meester JanGa naar voetnoot593
Mij wel geraden had; soo veele was daer van,Ga naar voetnoot594
595[regelnummer]
Dat, hoe ik Jaquelijn quam naerder (9) bij getreden,Ga naar voetnoot595
Hoe meerder pijn, en smert ontstak, in geest (10) en leden;
Want, sagh sij soet door vreught was 't herte weghgerukt;Ga naar voetnoot597
En, sagh sij suer, het wiert door wanhoop onderdrukt (11)...
Och! beter hadden dan tien elssens mij doosteken,
600[regelnummer]
Als eens, van Jaquelijn, aldus te sijn bekeken.Ga naar voetnoot600
Maey (van binnen)
Hou (12), Joren, Jaquelijn, Teun, Kosen... niemant niet?...Ga naar voetnoot601
| |
[pagina 44]
| |
De drommel hael het volk; niet een die omme siet.Ga naar voetnoot602
(uytcomende) (1)
Als alles is gereet elk comt seer vlijtigh eeten,
Maer niemant, die eens sorgt, naer potten, pannen, speeten.Ga naar voetnoot604
605[regelnummer]
...Hoe, Joren, sijt gij daer? (2)Ga naar voetnoot605
Joren
Can ik u dienen vrou?
Maey
Com, dekt de tafel... tapt wat bier... besorgt de schouwGa naar voetnoot606
Van branthout... Draeyt het spit... Sa ras, snijd (3) roode kolen...
Loop... vliegh...
Joren
Wat doe ik eerst? (4)
Maey
Het gen (5) u is bevolen.
Joren
Al had ik dobbel lijf, en handen seven paer,
610[regelnummer]
Hoe wilt gij, dat ik dit volbrenge al (6) te gaer?Ga naar voetnoot610
Maey
Wie seght u al te gaer? Eerst 't een, en dan weer 't ander...
Com, volgh... (7) daer slaet het ses... Ras, helpen wij malckander
(binnen)
| |
[pagina 45]
| |
(1) Keyser. Ambroos
Uw soete boerterij behaegt mij soo, Ambroos,Ga naar voetnoot613
Dat ik u, om (2) de klucht, uyt gheel het hof, verkoos;Ga naar voetnoot614
615[regelnummer]
Ik moet mij heden, op sijn lappers, wat vermaken.
Ambroos
Uw (3) wachten sullen, aen den hoek der strate, waken
Gereet, tot uwen dienst, in allerley gevaer.
Keyser
Ick ken hun (4) trouwigheyt, en goede sorgen (5); maer
Die sijn in dese stadt mij noodigh, slechts tot luyster,
620[regelnummer]
Niet tot bewarenis: in 't klaer of in het duyster,Ga naar voetnoot620
Met wacht, of sonder, 'k vind mij seker overal.Ga naar voetnoot621
Een vorst, die liefde (6) voedt, en vreest geen ongeval,Ga naar voetnoot622
Elk onderdaen is als een borghe, voor sijn leven:
Den troon, waerop mij Godts genade heeft verheven, (7)
625[regelnummer]
Vermogen, rijkdom, pracht, staet, glory, majesteyt
Vernoegt mijn ziele min, dan dese sekerheyt,Ga naar voetnoot626
Van d'ondersatens trou: gerust, en, sonder wapen,Ga naar voetnoot627
Sou ik in d'armen van den minsten borgher slapen.Ga naar voetnoot628
Ook ben ik hen (8) soo lief, dat mij een ieder (9), niet
630[regelnummer]
Als vorst en keyser, maer als sijnen vaer aensiet.
Maer segh, wat dunkt u van dees (10) à la mode kleeren?Ga naar voetnoot631
| |
[pagina 46]
| |
Ambroos
Mijn vorst, gij sijt gelijk een van die groote heeren,
Die in het lant van Waes, de diensten doen van schoutGa naar voetnoot633
Of boer balliuw.Ga naar voetnoot634
Keyser
't Is waer, Ambroos, maer segh mij, soudt
635[regelnummer]
Gij ook wel racker sijn? want als ik schout wou wesen,Ga naar voetnoot635
Denk, gij mij dienen moet, gelijk gij dee (1) voor desen.Ga naar voetnoot636
Ambroos
Seer geiren (2), heer, daer toe heb' ik all' eygendom;Ga naar voetnoot637
Ick heb een bakhuys stijf als marmer; krom en slomGa naar voetnoot638
Staen mijne vingeren: ik loop gelijk een (3) hase.
640[regelnummer]
Ick sie gelijk een valk: 'k ontsie (4) nogh slijk nogh wase:Ga naar voetnoot640
Ey, laet mij, om de proef, eens uwen racker sijn;
Dan siet gij peerden in arreste, bij dosijn.Ga naar voetnoot642
Keyser
Per (5) naesten; gaen wij eerst dat vet kappoen besoeckenGa naar voetnoot643
(Joren en Kosen uyt (6), geladen met kruycken, vol bier. Keyser Carel en Ambroos ter sijden.)
Ambroos
Sie daer twee gasten soo gelaen, dat hunne broeckenGa naar voetnoot644
| |
[pagina 47]
| |
645[regelnummer]
Van 't dragen kraken... Hoey!... sy stincken van (1) 't out leer...
't Is van dat (2) volk, met wie gij eeten gaet, mijn heer.
Kosen
Wat segh ie van die pullen?...
Och! Joren! niemant weet, hoe brave wij gaen smullen...Ga naar voetnoot648
Gantsbloet! elk houdt voor 't minst een vaen.Ga naar voetnoot649
Joren
Die is voor mij
650[regelnummer]
En dese voor den baes.
Kosen
Voor Kosen?
Kosen
Ick verstont u qualijk, Joren.
Joren
Ick weet, men magh er vrij een koppel aen ien oorenGa naar voetnoot652
| |
[pagina 48]
| |
Vast maken; want daer is geen bierbalgh in het lantGa naar voetnoot653
Als d'uwe. 'k Wed, gij wel een viertien (1) op sijn kant,Ga naar voetnoot654
655[regelnummer]
Soudt stellen (2).Ga naar voetnoot654-5Ga naar voetnoot655
Kosen
Met besprek van toebak ende pijpen?
Joren
Al schoonties ick en laet mijn neus (3) alsoo niet knijpen,Ga naar voetnoot656
Wij kennen u wel vrient.Ga naar voetnoot657
Joren
Een potien? spreek van tien,
Dan (5) sit ge nogh soo koel, als eenen nuchtren reeuwer.Ga naar voetnoot659
Kosen
660[regelnummer]
Sa (6), Joren, is 't maer (7) dat? ie sijt een rechten schreeuwer.Ga naar voetnoot660
Joren
Nu, hou (8) ie smoul, en drink van daegh, soo veel ie (9) wilt.Ga naar voetnoot661
Kosen (de kan (10) omhelsende)
O mijne vreugt! mijn troost! mijn lust! mijn hoop!...Ga naar voetnoot662
Ambroos (11)
Wat brilt
| |
[pagina 49]
| |
Ons desen slobberaer (1)?...Ga naar voetnoot663
Keyser
Ambroos, sluyt uwe kaken.
Kosen
Mijn lief, mijn toeverlaet, mijn opperste vermaken.
Joren
665[regelnummer]
Bemin (2) ie dan de pul nogh meer, als Jaquelijn?
Kosen
Wien? uw (3) aenstaende bruyt?
Joren
Aenstaende bruyt van mijn?
Gij jokt (4), sij mint u meer dan haere beste krage.Ga naar voetnoot667
Kosen
Is 't meuglijk (5)! sou se mij soo groote liefde drage'?
Joren
Het is om u, dat sij bij dagh en nachte sucht.
Kosen
670[regelnummer]
Om mij?Ga naar voetnoot670
Joren
Om u.
| |
[pagina 50]
| |
Kosen
O (1) maet! wat doet gij mij genucht!
Joren (2)
Om u... (aen 't volk (3)) Want om u is 't dat Teunis haer comt quellen.
Kosen
Och liefste Jaquelijn! wilt u niet meer ontstellen
Om mijnentwil, gij sijt versekert van mijn trouw.
Joren
Maer, Kosen, soo gij haer wilt hebben, tot uw vrou,
675[regelnummer]
Gij moogt (4) voortaen nogh bier nogh brandewijnties drincken.
Keyser (5)
Dat is een rechten snaek.
Kosen
Waerom?
Joren
Sij can het stincken
Van geenen stercken drank verdragen; voegt daer bij
Den toebak.
Kosen
Toebak ook? dat (6) 's al mijn leckernij
Hoe sal ik, sonder bier, en toebak, connen leven?
| |
[pagina 51]
| |
Joren
680[regelnummer]
Begeert gij Jaquelijn, gij moet dit al opgeven.Ga naar voetnoot680
Soudt gij, om soo een meyt, niet willen afstant doen
Van dese lussies (1)?... Segh... gij sijt een rechten (2) loen.Ga naar voetnoot682
Bijgommen, kost ik haer, soo veel als gij, believen,Ga naar voetnoot683
Ick sou mij t'haerder min van t'onbijt (3) self ontrieven.Ga naar voetnoot684
Kosen
685[regelnummer]
Van 't onbijt (4)?...Ga naar voetnoot685
Keyser (stil)
Sulk een spook sagh ik mijn leven niet.
Kosen
Van 't onbijt, Joren? stil...Ga naar voetnoot686
Joren
Ja, en daer nevens liet
Ik haer altijt, voor uyt, d'helft eeten van de soppen.Ga naar voetnoot687
Jaqlijn (al luystren uyt) (5)
Kosen
'k Bemin Jaqlijne wel, maer moet mijn darmen proppenGa naar voetnoot688
Want anders valt mijn min (6) geheel in d'oude schoen.Ga naar voetnoot689
Jaqlijn (7)
690[regelnummer]
't Is wel gij droncke-neus, gij laffaert (8), gij kappoen,
Com weer, ik sal u naer de pijp en 't glaesie stieren.Ga naar voetnoot691
| |
[pagina 52]
| |
Ambroos (1) (aen den Keyser)
Daer is 't juweel.
Kosen
Mijn lief...
Jaquelijn
Wegh vrijer van de bieren...
Kosen
Ey, sijt niet quaet.
Jaqlijn
Van hier... licht dese pullen op...
Helpt Joren, vaeyer wort door dorst (2) gheel los van kop...Ga naar voetnoot694
Joren
695[regelnummer]
Ras Kosen.Ga naar voetnoot695
Kosen
Jaquelijn, sijt gij nogh gram op Kosen?
Jaquelijn
Dat Kosen brandewijn en Mechels bier gaet hosen,Ga naar voetnoot696
Soo lange tot het (3) hem sijn blaeuwe neus uytloopt.Ga naar voetnoot697
Kosen
Maer liefste...
| |
[pagina 53]
| |
Jaqlijn
Swijgh (1) segh ik, eer (2) mijne gal meer (3) kookt.
Joren
g'Hebt ongelijk, ge sult haer galle (4) meer ontstekenGa naar voetnoot699
Jaqlijn
700[regelnummer]
Daer tonnestrijcker, draegh, dat u de beenen breken.Ga naar voetnoot700
(binnen)
(Den Keyser en Ambroos lacchen)
Neen in gheel Brussel is geen sulcke Jacquelijn
Ambroos
Mijn darmen splijten.Ga naar voetnoot702
Keyser
Volgh: 't vertoeven doet mij pijn;
Ick moet dat schoon gesin eens t'samen hooren prate' (5)Ga naar voetnoot703
Waer woonen sij Ambroos?Ga naar voetnoot704
Ambroos
Hier in de naeste strate.
(binnen)
Binnen (6) gordijnen open; vertoogh van den kelder. (7)
Teun, Joren, Kosen
705[regelnummer]
Soo! wellecom die brengt... is 't van een volle ton.
| |
[pagina 54]
| |
Joren
Jae 't meester.
Teun
Schenk, laet sien... 't is claer gelijk de son... (1)
Het smaekt spijt spaensche wijn... Comt, Jaquelijne... Maeye...Ga naar voetnoot707
Waer sijt gij?... Brengt de spijs, gij doet mijn herte draeye'
Met wachten.
Maey (van binnen)
Hebt gij haest loopt voren....
Teun
Wat gedult
710[regelnummer]
Heeft eenen man van doen met soo een wijf... Gij sultGa naar voetnoot710
U haesten, of ick sal het selver comen (2) halen.
Jaqlijn (3)
Daer is salaey...
Teun
Dat 's wel; sit aen (4), niet langh te dralen,
Roep moêr.
Jaqlijn
Sij comt terstont, begint maer vaeyer...
(Men klopt)
Joren
Sacht
Ick hoore kloppen baes.
| |
[pagina 55]
| |
Teun
Men lapt geen schoen bij nacht:
715[regelnummer]
Laet kloppen... Is de deur (1) te degen (2) toegesloten?Ga naar voetnoot715
Joren
Jae 's (3) en gegrendelt.Ga naar voetnoot716
Teun
Goet...
(Men klopt stercker)
Wat... sijn dat esel-pooten?
Sij stampen om de deur te breken... Joren siet
Wie daer is.Ga naar voetnoot718
Joren
'k Wou dat hij bij 't hooft hingh tusschen 't spriet
Aen d'oude haven-poort... Wie daer?... Wie daer?...
Keyser (van buyten)
Doet open...
Kosen
720[regelnummer]
Ick wenschte dat dien guyt van gister waer versopen.Ga naar voetnoot720
Keyser (incomende (4) Ambroos ter sijden.)
Och meester, set me (5) togh een lap op dese leers,
'k Ben natschoey (6)Ga naar voetnoot722
| |
[pagina 56]
| |
Teun
Wat comt gij ons brillen bij de keers?
Het is nu buyten tijdt, om leerssen te vermaken.Ga naar voetnoot723
Keyser
Ick soude mergen (1) vroegh nogh geeren (2) t'Alst geraken,Ga naar voetnoot724
725[regelnummer]
Ick bid's u, help (3) mij, 'k geev'u, wat gij vraegt, tot loon.Ga naar voetnoot725
Joren (stil)
De drommel sla de vent.Ga naar voetnoot726
Teun
Uw (4) gelt, nogh uw (4) persoon
Nogh Alst, nogh reys, nogh wat gij vorder (5) weet te seggen,Ga naar voetnoot727
Sal desen avont mijn servette neer doen leggen;
Bruy met uw leerssen heen....Ga naar voetnoot729
Kosen
Soo baes, dat 's wel geseyt.
Joren
730[regelnummer]
Of (6) soo gij 't minste nogh daer tegen wederleyt...Ga naar voetnoot730
Keyser
Och vrienden, 't is mij leet dat ik u (7) come (8) stooren
Maer seker 't is uyt noot.
| |
[pagina 57]
| |
Teun
Sa, drijf hem buyten, Joren.
Keyser
Ick bid's u.Ga naar voetnoot733
Joren
Kreunt gij nogh gijn (1) kalen (2) Joncker? Sa
Naer buyten, of...
Keyser
Waer wilt gij dat ik hene (3) ga?
Teun
735[regelnummer]
Ga voor den hagel...Ga naar voetnoot735
Kosen
Voor den regen en de winden....
Ambroos
Is dat de sausse (4) van dat schoon kappoen?
Keyser
Maer vrinden (5)
En sijt soo hevigh niet. Soo u den honger queltGa naar voetnoot737
Ick sal vertoeven: eet, en sijt soo niet ontstelt;Ga naar voetnoot738
Of soo gij mij als vrient aen tafel wilt gehengen,Ga naar voetnoot739
740[regelnummer]
Ick sal voor mijn gelach tien (6) potten wijn (7) doen brengenGa naar voetnoot740
(8) (Sij staen alle op van tafel)
| |
[pagina 58]
| |
Teun
Waer sijt gij, Maey, Jaqlijn, comt voort... wat seght mijn heer?Ga naar voetnoot741
Keyser
Ick geef tien (1) potten wijn (2), is 't dat ik bij u neer
Magh sitten.
Teun
Sa (3), mijn heer, gij doet ons groote eere.
Ambroos
Hoe ras doet die beloft de lappers gramschap keere'!
Maey en Jaqlijn (4)
745[regelnummer]
Weest wellecom, mijn (5) heer....Ga naar voetnoot745
Teunis
Ruymt jongens, ruymt (6), maekt (7) plaets.
Joren
Het kijven is nu uyt.
Kosen
Wij sijn de beste maets
Van Brussel.
Ambroos
Groote maets, soo groot als olyphanten:
Wat heeft den Keyser daer eelmoedige trouwanten!Ga naar voetnoot748
| |
[pagina 59]
| |
Teun
Com heerschop, set u neer aen mijne groene zij;Ga naar voetnoot749
750[regelnummer]
Gij Maey te (1) rechter hant.Ga naar voetnoot750
Ambroos
Ja ruym soo wel als in een kuypers (2) setel;
't Is puer als of hij waer geseten op een ketel.Ga naar voetnoot752
Teun
Jaqlijn, geef (3) een servet.
Ambroos (altijt ter zijden)
't Is van dat fijn damast.
Ten minsten brengt een bak dat hij sijn handen wast.
Keyser
755[regelnummer]
Ey, maekt togh geen fatsoen; best vallen wij aen 't schaffen.Ga naar voetnoot755
Jaqlijn ('t kappoen brengende)
Daer is het feest-stuk.
Teun
Soo, dat nu al d'honden blaffen,
Dat op de kelder klop, die wilt (4), geen ooren meer.Ga naar voetnoot757
| |
[pagina 60]
| |
Ambroos
'k Sey dit soo wel als gij, sat ick bij heerschop neer.Ga naar voetnoot758
Keyser (gelt langende) (1)
Siet meester; doet daer voor wijn naer uw (2) smake (3) halen.
Teun
760[regelnummer]
Neem Kosen...Ga naar voetnoot760
Kosen
Ik?... ja wel...
Joren
Du (4) Drijdarm van Westfalen...
Geef baes; ik ga daer mee, hier naest, in d'halve maen.Ga naar voetnoot761
Teun
Dat Fransien (5) ons gebuer tap uyt de (6) volle kraen,Ga naar voetnoot762
Seght dat 't voor mij is (7).Ga naar voetnoot763
Joren (8)
Goet.
Ambroos
Wat brilt ons desen snapper (9)?
Teun
Ga Joren, segh aen Frans, het is voor Teun den lapper.
| |
[pagina 61]
| |
Maey (1)
765[regelnummer]
Wat dunkt u, heerschop van dat waesterlants (2) kappoen.Ga naar voetnoot765
Keyser
Ick at (3) noyt beter.Ga naar voetnoot766
Kosen
't Is de feest van d'oude schoen.
Ambroos
Had ik mijn oude schoen, van daegh, meê aengetrocken,Ga naar voetnoot767
Misschien proefd' ick nu ook van dese lecker broeken.
Keyser
Jaqlijn een glaesie bier.
Teun
Soo heer, dat 's naer mijn sin...
770[regelnummer]
Wel, heeft 't wat smaeks (4)?...Ga naar voetnoot770
Keyser
Gij siet, ik lap het suyver in.
Ambroos
Dit lijkt geen Keyser meer, maer eerder Teunis macker.
Joren (incomende (5) met (6) den wijn)
Daer is van 't beste vat.Ga naar voetnoot772
| |
[pagina 62]
| |
Teun
Com Joren, schenk ons wacker
In 't ronde... Sa, dat gaet op uw (1) gesontheyt, heer...Ga naar voetnoot773
Keyser
Ervatten (2) wij dit, op uw welvaert, nogh een keer...Ga naar voetnoot774
Ambroos
775[regelnummer]
'k Wou, dat dien feyaert (3) waer verkocht in 't lant van KempenGa naar voetnoot775
Ick leed nu geenen dorst terwijl, die lappers slempen.
Teun
Wat segh (4) ie van dien wijn?Ga naar voetnoot777
Keyser
Gij hebt een leckre (5) tongh.
Teun
Dat is mij meer geseyt, mijn heer: ick was nogh jongh (6)
En lapte met Paskier, compeer van Klaes den kuyperGa naar voetnoot779
780[regelnummer]
In welckers kelder ick al menigh stiller sluyperGa naar voetnoot780
Gemaekt heb; ook kreegh ick daer kennis van den wijn.
Keyser
Gij dunkt mij, meester, van goey borgershuys te sijn.Ga naar voetnoot782
| |
[pagina 63]
| |
Teun
Den hertoogh (1) Maxmiliaen is (2) van mijn vader langeGa naar voetnoot783
Geschoeyt geweest; ook heb ik somtijds d'eer ontfange'Ga naar voetnoot784
785[regelnummer]
Van Prins Philippus schoen te passen aen sijn voet.Ga naar voetnoot785
Maer als dien jongen vorst moest trecken, met'er spoet,
Naer Spagnien, om van daer een spaensche vrou te halen,
Mits niemand van ons huys kon (3) spaensche talen,Ga naar voetnoot788
Men liet ons achter, en men nam een vreemden (4) aen.Ga naar voetnoot789
790[regelnummer]
Mijn vaeyer wiert hier door met droefheyt, soo bevaên,Ga naar voetnoot790
Dat hij 't bestierf (5), en liet, naer hem, vier jonge weesen.Ga naar voetnoot791
De tollen (6), om (7) die reys, dier (8) tijdt seer hoogh geresen,Ga naar voetnoot792
Die maekte (9) ons (10) soo aerm, dat ick schoenmakers soon,
Tot lappen wiert gepraemt, en dat voor kleynen (11) loon.Ga naar voetnoot793-4Ga naar voetnoot794
795[regelnummer]
Men wilde mij als dan 't mosket in handen geven;Ga naar voetnoot795
Maer ick, die altijt had bemint het borger-leven (12)
Was 't eerlijk van gemoet, om hant daer aen te slaen:Ga naar voetnoot797
Den edlen elsen stont mijn oogh veel schoonder aen.Ga naar voetnoot798
Ambroos
Wat of (13) dien schoenlap sigh laet voorstaen.Ga naar voetnoot799
Keyser
Eens gedroncken
800[regelnummer]
Eer gij vorder (14) gaet.Ga naar voetnoot799-800Ga naar voetnoot800
Maey
Ick rake (l5) wel aen 't roncken
Soo dit nogh (16) lange duert.
| |
[pagina 64]
| |
Ambroos
En ick verstik van dorst.
Joren
Soo, Kosen, kloestert (1) wel ien (2) oude coude borst.Ga naar voetnoot802
Kosen (aen den Keyser)
Ick breng 't ie (3) speciaelGa naar voetnoot803
Ambroos
Wel speciael van 't bakhuys!
Och! moet dien schoonen wijn gaen (4) in dat stinckend bakhuys?...Ga naar voetnoot804
Keyser (aen Kosen)
805[regelnummer]
Sa Kosen, 'k groet (5) u weer
Jaqlijn
Mijn heere den balliuw...
Ambroos
Heb ik 't niet wel geseyt?Ga naar voetnoot806
Jaqlijn
Mijn moeyer brengt (6) het u.
Keyser
Ick brenge (7) 't moeyer weer.Ga naar voetnoot807
| |
[pagina 65]
| |
Teun
Sa, sa, met open monde...
Joren
In uw goe gratie, heer.Ga naar voetnoot808
Teun
Men drink nogh eens in t' ronde.
Keyser
Met uwen oorlof, baes, 'k versoeke (1) dat Jaqlijn (2)Ga naar voetnoot809
810[regelnummer]
Uw dochter, drincken magh met mij, een glaesie wijn...
Ick breng 't u Jaquelijn.
Jaqlijn
Godt segen ie (3) mijn heere.
Maey
Gij botte moet gij u (4) soo voor de lieden keere' (5)?Ga naar voetnoot812
Ambroos
Wat dat de swerte (6) kauw (7) de bonte kraey (8) verwijt...Ga naar voetnoot813
Kosen (een glas voor Joren nemende) (9)
Ick blaes u Joren.Ga naar voetnoot814
Joren
'k Blaes u mee op sijnen (10) tijdt.
| |
[pagina 66]
| |
Ambroos
815[regelnummer]
Wat drommel sou ik niet een glaesie connen blasen,
Soo wel als desen loen (1)?... mijn ijdle darmen (2) rasen,Ga naar voetnoot816
Als dol, mijn maghe knort gelijk een volle seugh...Ga naar voetnoot817
Och sellement! daer sie ick sulk een schoone (3) teughGa naar voetnoot818
Voor Kosen.Ga naar voetnoot819
(Ambroos (4) licht het glas sonder gesien te worden)
Kosen (aen den Keyser)
Speciael, (5) hebt gij mijn wijn gesopen?
Ambroos (wegh (6) gaende)
820[regelnummer]
't Can wesen speciael.
Joren
Sa (7), Kosen, blaest nogh eens.
Keyser
Ga i (8) an dan, meester Teun, gij peuselt altijt beens,Ga naar voetnoot822
Spoelt uwe tanden wat.
| |
[pagina 67]
| |
Ambroos
825[regelnummer]
Gelijk de kreupele (1) geduerigh willen gaen...Ga naar voetnoot825
Maer ginder lacht mij nogh een helder glaesien aen,Ga naar voetnoot826
Ick moet het lichten, al sou (2) mij den vorst ontdecken.Ga naar voetnoot827
(3) (Ambroos licht het glas voor Maey, met een talioor)
Maey
Wel vaeyer Teunis, dat sijn ommers loose trecken;Ga naar voetnoot828
Mishaegt u dat ik drinck? hebt gij nogh niet genoegh?
Ambroos
830[regelnummer]
Geen mussches (4) poeper oyt soo als mijn herte sloegh...Ga naar voetnoot830
Teun
Wat seght gij Maey?Ga naar voetnoot831
Maey
Quansuys ick heb den man belogen.
Keyser
Den uwen is misschien ook in den wint (5) gevlogen,Ga naar voetnoot832
Schenkt, Joren, weder vol...Ga naar voetnoot833
Ambroos (van sijn buyt eetende) (6)
Bloet, dat 's een (7) lecker beet,
En weert dat sulckx de wacht van Keyser Carel eet (8)Ga naar voetnoot834
| |
[pagina 68]
| |
Maey
835[regelnummer]
Sa, Joren, danst (1) een reys met mijne JaquelijneGa naar voetnoot835
Ter eer van onsen gast.
Maey
Sa
(Maey singt, (3) sij danssen)
(Hier onder can gespeelt worden) (4)
Keyser
Dat is een halve bale (5) weert.
Ambroos
Pots tausent (6), Joren danst gelijk een engels peert.Ga naar voetnoot838
Keyser
Sa vrienden elk eens (7) ront het glaesien opgenomen;Ga naar voetnoot839
840[regelnummer]
Daer mede keer ik weer van waer (8) ik ben gecomen.
Joren
Uw leerssen heerschop.Ga naar voetnoot841
Keyser
'k Denk nu op geen leerssen meer.
| |
[pagina 69]
| |
Teun
Sa, viva d'oude schoen, en gij daer bij, mijn heer.Ga naar voetnoot842
(Dit (1) veers erhaelt ieder en drinkt er op)
Ambroos
De schoey (2) moet voren (3) staen, 't is tienwerf meer dan reden (4),Ga naar voetnoot843
Maer eer wij heenen gaen, ick kruyp nogh eens beneden.Ga naar voetnoot844
Keyser
845[regelnummer]
Nu vrienden, goeyen (5) nacht; ick dank u van de (6) feest.Ga naar voetnoot845
(binnen)
Maey
Teun, leyd den man dan (7) uyt.Ga naar voetnoot846
Teun
Ick can niet staen...
Maey
Du (8) beest!
Du (9) swijn!...
Ambroos
Geen swijn heeft oyt soo veele wijn gedroncken...
Ick volgh den Keyser nae.
Jaqlijn
Hoor Kosen daer eens roncken.
| |
[pagina 70]
| |
Maey
Com Joren, help (1) met ons uw meester naer sijn bed.
Maey
Ick ben wel opgeset
Met desen dronckaert... Soo... nu ga ick mede slapen...Ga naar voetnoot851
Volgt Jaquelijn, hier valt niet lange meer te gapen.
(binnen) (3)
Joren (alleen bij den droncken Kosen)
Wat vercken lagh oyt soo versopen in het slijk
Gelijk hier Kosen leyt...
(hij stoot hem) (4)
Op swijn... 't is als een lijk.
855[regelnummer]
Hij heeft nogh reuk nogh smaek, nogh oogen meer, nogh ooren,
Ja geen gevoelen self (5)... Op Kosen... sit bij Joren,Ga naar voetnoot856
En vult met wijn, en bier uw darm vol (6) tot de keel...
Wat roep ick?... Stom, en doof, en droncke is even veel,Ga naar voetnoot858
Al loste men 't kannon hij soude niet (7) eens porren....Ga naar voetnoot859
860[regelnummer]
Hoor sijn versluysde strot, en droncke neuse snorren (8)...Ga naar voetnoot860
't Is of den rommelpot, in sijnen (9) keeldarm sat...Ga naar voetnoot861
Maer 'k moet eens in sijn oor wat gieten, van het nat,
| |
[pagina 71]
| |
Dat hij soo gulsigh heeft in sijnen buyk gegoten.
(Hij giet wijn in sijn oor)
Hij roert min als een steen... 't is alles toegeslotenGa naar voetnoot864
865[regelnummer]
Of liever, opgevult... Ick ga (1) nu, met gemak
Eens drincken, eer (2) ik kruyp in mijne hange-mak...Ga naar voetnoot866
Ick breng 't u Kosen... Soo, dat is een brave teuge...Ga naar voetnoot867
Nogh eens van (3) 't selve sop om 't herte te verheuge' (4)
Dat smaekt als koeckies... Frans, gij sijt een braven weert;Ga naar voetnoot869
870[regelnummer]
Avous...
(hij drinkt)
(5) een glas is meer dan een bierpot weirt (6).Ga naar voetnoot870
(hij singt en danst) (7)
Dat 's braef... dat 's excellent... 'k moet nogh een glaesie (8) drincken...Ga naar voetnoot871
(9) (hij singt...)
Nogh een...
(hij (10) drinkt wederom)
Dat doet mijn keel gelijk een klocke klincken...
(hij wil nogh singen en danssen, en begint te slingeren) (11)
Hou voeten... stae ie (12), of niet... hoe comt dat gij soo swaeyt (13)?....Ga naar voetnoot873
Ben ick dan Joren niet?... Wat of voor mij soo draeyt?...
875[regelnummer]
De kelder?... 't schijnt dat ja... of is (14) mijn herssebecken?...Ga naar voetnoot875
(hij voelt)
Neen 't is nogh vast... sta (15) stil... of comt gij met mij gecken?..
Staet kelder... waer?... waerom?... 't en is de kelder niet...
Neen... wat dan?... Kosen?... neen... 't is 't glaesie... daer... ey siet,
Het draeyt gelijk een top... ick moet het weer uyt lichte' (16),Ga naar voetnoot879
| |
[pagina 72]
| |
880[regelnummer]
Want anders 't soude (1) mij wel springen in 't gesichte.
(hij drinkt) (2)
Courage Joren, gij sijt 't haentie van de baen...Ga naar voetnoot881
Waer is den baes?... Waer is mijn Jaquelijn gegaen?...
Mijn Jaquelijn... die meyt... die soete labertoote...Ga naar voetnoot883
Och waer se nu bij mij, ick gaf se (3) sulk een toote...Ga naar voetnoot884
(hij struykelt (4) en valt op Kosen)
885[regelnummer]
Sijt gij dit Jaquelijn?Ga naar voetnoot885
(hij grijpt Kosen bij de heup) (5)
't Is sij, ick riek het wel...
(hij tast) (6)
't Is mijne Jaquelijn...Ga naar voetnoot886
(hij streelt Kosen met de hant) (7)
ick voel haer poesel vel...
Fraey, Jaquelijntie, fraey... gij sult met Joren trouwe' (8)...Ga naar voetnoot887
Ick, Jaquelijnes (9) man... Jaquelijne, Jorens vrouwe...
Met Joren... Joren is... Jaquelijne... morgen... com...
890[regelnummer]
Bruyt... Joren... Jaquelijn... ick... sij... den bruydegom...
|
|