Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdHels en Hemels plaats en wesenaant.Op 't vragen, Wat, en Waar den Hemel zy of Hel?
Niet op syn Mahomets, of als de digters droomen,
Maar in gesond verstand en na den Geest genomen,
Souw dit mijn antwoord zyn; dat ik geen plaats en stel:
5[regelnummer]
Den Hemel voor een Geest; is, sich bewust van wel
Te wesen, en vernoegt en daar van t'overstroomen:
En 't denk-beeld van de Hel dat in mijn hert kan komen,
Is 't ongenoegen tot een eyndeloos gequel;
By 't knagen van een Worm en Poel vol vuurs geleken;
10[regelnummer]
Gelyk 't Gods Geest behaagt ons staam'lend toe te spreken.
Dog soo men door de Hel en Hemel wil verstaan
De plaetsen die God eens zal yeder lighaam geven,
Die hy ter eeuw'ger smaat zal wecken, of ten leven:
Daar af is in syn Woord ons geen berigt gedaan.
|
|