Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdVerraderlyke kusaant.En Judas tot Jesus komende zeide, Wees gegroet Rabbi; en hy kuste hem. Matth. 26.49. Wat vriendelyker schyn by vyandlyker haat!
Wat bitterder gemoed by zoeter liefdeteken!
Wat zedeloozer hart by zedelyker spreeken!
Wat Christelyker groet by duivelscher verraad!
5[regelnummer]
Wie zach ooit zoo veel stryd in vreedelyker staat?
Wie schandelyker hoon zachtmoediglyker wreken?
Wie schooner hemelzon door vuiler helnacht breken?
Wie zaligender goed by doemelyker quaad?
| |
[pagina 288]
| |
Aartsvader Abraham, het lustte u eens te zeggen,
10[regelnummer]
Dat Helle en Paradys al t' afgezondert leggen,
En nooit verzaligt mensch den jammerpoel genaakt.
Maar dit zyn wonderen die ons vernuft doen stryken,
Dat hier de Hemel zelf den snoodsten afgrond raakt,
Om ons het groot gedult van Jesus te doen blyken.
|
|