Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdHeerlijckheyds Loffaant.Hoog! om hoog! mijn siel, na boven!
Hier beneden is het niet:
't Regte leven, lieven, loven,
Is maar daarmen Jesum siet.
5[regelnummer]
Al wat gy siet op aard,
Al wat gy hoort op aard,
Is uw costlijck leven, lieven, loven,
Al wat gy wenscht op aard,
Is uw cost'lijck hert niet waard.
10[regelnummer]
Schoon en pragt is enckel schijn, en
Ydelheyd al 't costelijck,
Lusten met 't gebruyck verdwijnen,
Goud en silver is maar slijck:
Daar 't costelijcke bloed
| |
[pagina 212]
| |
15[regelnummer]
Daar 't costelijcke bloed
Waardig all uw leven, lieven, loven,
Daar 't costelijcke bloet
't Hert boven alles gelden doet.
't Leven sonder eynden Heerlijck,
20[regelnummer]
Na dit leven crijgelijck,
Is, mijn siel, alleen begeerlijck,
En beweegt onsigtbaarlijck:
Sluyt maar uw vleeschlijck oog,
Sluyt maar etc.
25[regelnummer]
Want dit heerlijck leven, leven, leven,
Sluyt maar uw vleeschlijck oog,
Want dit leven is om hoog.
Sonder sterven voor Godt leven,
Sonder moeyte, sonder pijn,
30[regelnummer]
Sonder sieckte, sonder beven,
Sonder quel, en sonder quijn:
O! yd'le siel bedenckt, O! yd'le etc.
Sonder sterven leven, leven, leven,
O! yd'le siel bedenckt,
35[regelnummer]
Wat u den Hemel goedig schenckt.
Leven in volmaackte deugden,
Tot des Heeren Heerlijckheyd,
Vrolijck in des Hemels vreugden,
Heylig in sijn Heylicheyd:
40[regelnummer]
Met so een glansch vereent, Met so etc.
Sonder sonden leven, leven, leven,
Met so een glansch vereent,
Siet wat den Hemel u verleent.
Hersenlosen, die de snooden
45[regelnummer]
Sonden doet, en daar in leeft,
Weet gy niet, dat u de dood, en
Hel nog in den boesem cleeft?
Wilt gy ten leven gaan? Wilt gy etc.
Vangt der deugden leven, leven, leven,
50[regelnummer]
Wilt gy ten leven gaan?
Vangt hier het deugdsaam léven aan.
| |
[pagina 213]
| |
Wenschelijck en lievens-weerdig
Is mijn Jesus, daar de min
Altijd tot wat anders veerdig
55[regelnummer]
Vindt alleen genoegen in!
Mijn siel na boven dan, Mijn siel etc.
Daar ick Jesus lieven, lieven, lieven,
Mijn siel na boven dan,
Daar ick het heyl aanschouwen can.
60[regelnummer]
Alderminnelijckste Schoonheyd!
Oorsaack van wat hier schoon schijnt,
Die door jaren, nog gewoonheyd
Min vermaackt, of oyt verdwijnt.
U, Schoonheyd, bid ick aan, U etc.
65[regelnummer]
Wil ick oyt yets lieven, lieven, lieven,
U, Schoonheyd, bid ick aan,
Daar sal het hert eerst henen gaan.
Allerley Bevallijckheden
Diemen hier bedencken can,
70[regelnummer]
Menschen-liefde, menschen seden
Sijnder maar een schaduw van.
Dit steelt mijn hert en al, Dit etc.
Lust my yet te lieven, lieven, lieven,
Dit steelt mijn hert en al,
75[regelnummer]
Dit boven al ick lieven sal.
Ah! dat aller menschen tongen,
Aller Englen wackerheyd
t' Samen-spanden, t' samen songen
Iesus lof en Heerlijckheyd!
80[regelnummer]
Waackt op Hert, mond, en hand
Waackt op mijn Cijter; want
Jesus is te loven, loven, loven:
Waackt all' op hier is stoff,
Singt sonder eynden Jesus loff.
27. in Ougstmaand 1665
|
|