Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermd
Hert-sterckte in Jehova
| |
[pagina 205]
| |
25[regelnummer]
Wis den Hemel is het all -
Weerdig, en wy niet met al.
Mag die maar in Glory blincken
Doe Hy dan vry dat Hy doet,
Of wy dryven, of wy sincken
30[regelnummer]
Wat Hy doet is even goed.
Wy sijn niet dan voor den Heer
En ons Heyl is in sijn Eer;
En sijn eer in al sijn wercken:
Als Hy ons dan sincken doet,
35[regelnummer]
Kunnen wij sijn lof maar stercken;
Wat Hy doet is even goed.
Wijsheyd sonder eynd' of paal
Sijn sijn wegen altemaal:
Sijn sy suerheyd, sijnse soetheyd,
40[regelnummer]
Laat ons altijd swijgen stil,
Want de wesentlijcke Goedheyd
Maackt het goed met dat Sy 't wil.
Quaad! segt somtijds ons gevoel,
End' ons wijsheyd mist haar doel;
45[regelnummer]
Maar soo wy de reden sagen
Waarom dus den Hemel koos,
Bleeck ons wijsheyd wat te traag, en
All' ons sinnen sinneloos.
Vaack wy meenen 's Heren Eer
50[regelnummer]
Was op and're wijs veel meer
Dan op dese, te verbreyden:
En wy feylen in den vond,
Om dat anders als wy seyden
In sijn Raad geschreven stond.
55[regelnummer]
Ondoorgrondelijcken Raad!
Daar maar enckel wijsheyd staat.
On-naspeurelijcke Vonden!
On-berispelijck Besluyt!
On-bereyckelijcke Gronden!
60[regelnummer]
On-uyt-sprekelijck Beduyd!
| |
[pagina 206]
| |
Raad, waar door den Hemel staat
En der Aarden wigt, en maat
Over-cundig uyt-gevonden
Over-constig is gestelt,
65[regelnummer]
En verordent sijn de stonden,
En de Sterren all' getelt.
Raad, waar na den Hemel sweeft,
En sig voegt wat is, of leeft:
Die de raderen en snecken
70[regelnummer]
Van dit magtig uyr-werck drijft:
En besorgt dat geen gebreck en
Sy, of yets te rugge blijft.
Raad, ons Min soo weerdig wis
Als de Goedheyd selver is.
75[regelnummer]
Wie soud' oyd om eygen voordeel
Wenschen dat dien Keten brack?
Of dat schatten in sijn oordeel
Ligter dan sijn ongemack?
Nutter ging dit gantsche Rond,
80[regelnummer]
Dan een myt daar van, te grond.
Daar (dunckt my) verliest sig alle
Vryheyd, Vrienden, Rijckdom, staat;
Laat het sincken, laat het valle'
Als maar desen Raad bestaat.
85[regelnummer]
Soet geselschap! buygt uw knien,
Dat den Hemel 't ons doe sien,
En ons wille doe verdrincken;
Tot wy met verwondering
In dien Ocean versincken,
90[regelnummer]
En vergeten alle ding.
Op 't Fort Nieuw Rees
28. in wintermaand 1673
|
|