Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdDe selve aan Jesusaant.De vossen vinden in hunn' holen hunn gemack,
De vogels in hunn' nesten;
Maer niemand iss'er die voor 's menschen Soon of dack,
Of decksel heeft ten besten:
5[regelnummer]
Der dingen Vorst en Voogd kan niet een' biesenmat
Sich onder 't hoofd verwerven.
O die nu noch wat reyns in sijnen boesem had,
O sal ick, sal ick derven?
Hier, soetste Jesu, hier, mijn' borst is u gejond,
10[regelnummer]
't Is waer van sonde-smetten
Tot in den grond vervuylt, maer, suyverste, ghy kond
Die met een wincken netten.
In mynen boesem net en van sijn' smetten vry
Sal 't u te bouwen lusten
15[regelnummer]
Een rust-vertreck voor u, niet op dat ghy in my,
Maer ick in u mag rusten.
|
|