Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ex minimis pates ipse Deus Niet en is soo seer veracht Of het toont Gods groote macht.aant. Niet isser oyt van God soo kleen, end' slecht geschapen, Of 'twijst sijn Schepper aan; Men kan uyt alle dingh ghelijck met handen rapen, Dat God dat heeft gedaan, 5[regelnummer] Siet maar een plantjen aan, een struyckjen kleyn van waarden, Het toont dat God daar is, Want 't Wesen dat het heeft, koomt niet eerst uyt der aarden, Maar van Gods macht gewis. Het Leven dat het heeft, kan niemand haar oock geven 10[regelnummer] Dan God die boven leeft: Wanneer ghy oock aansiet de konst daar in verheven, De draatjens die het heeft, Het steeltjen met sijn blad, de worteltjens seer teere; Soo moet ghy bersten uyt, 15[regelnummer] End' segghen overluyd, dat niemant als de Heere Gheschapen heeft dat kruyd. Vorige Volgende