Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 69]
| |
Geschreven op den dach van Christi geboorte 1618aant.Wat luijdt gedommel is 't, dat naeuw'lijks wij en hooren
De blijde boodtschap van Een kindt is ons geboren?
Verwerde stemmen van die spreken te gelijk,
Verdooven 't soet accoordt van 't hemelsche musijk.
Verkeerde Herders, swijcht. Hoe tiert gij soo balstuerich?
5[regelnummer]
Laet dese dach in rust; uw' schapen die zijn vuerich
Om aen te nemen 't geen door d'Eng'len werdt verklaert,
Dat goede wil en' vreed vervult de gansche aerdt.
Maer laes! gij toont u, door uw' kibbelen en' kijven,
Dat gij dees' wensch versmaedt, en' vrede wilt verdrijven,
10[regelnummer]
Maer gij, mijn traech gemoedt, dees' saek uw siel betreft;
Laet alle dingen staen en' u tot godt verheft:
Viert desen hoogen dach, ootmoedich en eenvuldich;
Zijt dankbaer aen die gij uw' salicheidt sijt schuldich,
Omhelst hem, die u uijt des duijvels stricken redt,
15[regelnummer]
De helle sluijt, en' d'oude slang den kop verplet.
Juijcht alle tot zijn lof, die hoopt na 't eeuwich leven:
Een maget heeft gebaert, een soon is ons gegeven.
|
|