Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdSonnet geschreven op den Kersdach 1616aant.'T verliesen van iet liefs, daer men is toe genegen,
Bedroeft die 't missen moet, en' recht ken zijn waerdij.
Door onkund dan van waerd', set lichtlijk aen een zij
(Laes) d'onbedachte mensch! daer meest is aen gelegen:
5[regelnummer]
Zijn heijl, sijn salichheidt zal hem niet eens bewegen
Tot soeken naeuw en' deun; maer om een penning hij
Het heele huijs keert om, die vindend, is hij blij,
En' toont, hij die meer acht als Godes eeuwige segen.
Maer soo daer iemandt is die dit verlies ook smart?
10[regelnummer]
Zijt nu verblijdt, en' juijcht, komt met een vroolijk hert
En' soekt, en groet het kindt dat heden is geboren:
In hem alleen vindt gij genaed en' over-vloedt,
In hem alleen vindt gij het alderwaertste goedt,
In hem alleen vindt gij dat Adam heeft verloren.
|
|