Chaos ofte verwerden clomp
(1643)–Cornelis Stribee– Auteursrechtvrij
[pagina 21]
| |
2
Soet-besielde Paragon
Braefste van de Werelt,
Sal den Herder Palomon
Noyt soo zijn bepeerelt
Dat hy u o schoonste schoon
Immer sal verwerven:
Soo moet my der minnen loon
Zijn een droevigh sterven.
3
Maer dat hoop ick niet Goddin
Want u lieve lipjes
Toonen my u weder min;
Want als ick die tipjes
Kuss', en druck na mijn begeer,
En verlicht mijn pijne,
| |
[pagina 22]
| |
Dan voel ick u montje weer
Leven aen de mijne.
4
Lestmael op eenen morgen vroegh
Dat in 't groen wy rusten,
Voeld' ick hoe u polsje sloegh
Als ick maer eens kusten:
Ach! (dacht ick) die nu eens dorst
Vragen om genuchjes,
Met soo vloocher uyt mijn borst
Veel beminde suchjes.
5
Doen wert mijn Grusella root
En begost te blosen,
Door de schaemt' sy d' oogen sloot
En gelijck de Roosen
| |
[pagina 23]
| |
Gloeyden haer kaeckjes teer,
't Minnen dee haer branden,
En tot teecken van haer eer
Kusten ick haer handen.
6
Nu ick wil mijn gulde Son
Hier soo langh verbeyen,
Tot sy komt by dese Bron
Met haer Beesjes weyen:
En hier onder 't groen geboomt
Sal ick my wat rusten
En my Beestjes by gestroomt
Laten wat verlusten.
|
|