'Realisme' in de kunst- en literatuurbeschouwing in Nederland tot 1875
(1995)–Toos Streng– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 257]
| |
Deel III ‘Realisme’ in Nederland, 1835-1875(...) ik lijd reeds met den armen historieschrijver, die in de een-en-twintigste eeuw zich zal afsloven om een beeld te ontwerpen van onze negentiende: wat zullen hem die figuren voor de oogen dansen; wat zal hij duiken naar beginselen, waar geen beginsel, slechts beginselloosheid te vinden is; hoe zal hij verbaasd staan over de gloeijende vaderlandsliefde, waarvan ieder blaakt, zoolang hij in de oppositie is; hoe zal hij te vergeefs naar een woordenboek zoeken, waarin hij de beteekenis vindt, waarin onze eeuw de woorden ‘liberaal’, ‘vroom’, ‘behoudend’, ‘vooruitgang’ gebruikt! Dit deel bevat een thematische inventarisatie van de verschillende betekenissen van de term ‘realisme’ tussen 1835 en 1875. De presentatie naar thema heeft een aantal consequenties. Ten eerste presenteer ik de verschillende betekenissen als volkomen gelijkwaardig, zodat een betekenisomschrijving die tientallen keren voorkomt, niet meer ruimte krijgt dan één die zelden voorkomt. Hoewel ik geen uitputtende opsomming geef van alle vindplaatsen waar de term ‘realisme’ in een bepaalde betekenis wordt gebruikt, geeft het aantal vindplaatsen waarnaar ik in de noten verwijs, wel een indicatie voor de frequentie van een bepaalde betekenis. Ten tweede onderscheid ik niet naar zegslieden: de scribenten die in Deel II aan de orde zijn geweest, worden in dit deel wel hier en daar genoemd, maar zij worden behandeld als een van de velen. Ten derde gebruik ik ter illustratie en ter onderbouwing vele (korte) citaten. De opzet heeft als bijkomend voordeel dat ze de mogelijkheid biedt die plaatsen waar de term ‘realisme’ op een bepaalde manier wordt gebruikt gezamenlijk te bespreken met de plaatsen waar verzet tegen die interpretatie wordt aangetekend. De thematische opzet leidt tot een zekere nivellering van personen en vindplaatsen, maar dit betekent niet dat de ordening van de betekenisomschrijvingen willekeurig is. Het is niet de taak van de historicus de chaos van het verleden te herhalen, en ik presenteer de verschillende betekenissen in een beargumenteerde samenhang. Wellicht ten overvloede zij opgemerkt dat de hier gepresenteerde ordening in geen enkele negentiende-eeuwse verhandeling terug te vinden is. Het is een ordening die ik er, achteraf, aan opgelegd heb. Hoewel de ordening in beginsel daar niet op gericht is, komt er ook een zekere chronologische ontwikkeling in tot uitdrukking. Tot slot een waarschuwing, die ik het liefst in vette hoofdletters zou afdrukken: ik geef geen overzicht van dé opvattingen over beeldende kunst en literatuur, en bespreek slechts die thema's en standpunten die tussen 1835 en 1875 in Nederland met het ‘realisme’ in verband worden gebracht.Ga naar voetnoot1 |
|