Le théâtre villageois en Flandre. Deel 1
(1881)–Edmond Vander Straeten– Auteursrechtvrij
[pagina 271]
| |
AnnexesA
| |
[pagina 272]
| |
water met handpompen over een huis mede op het tooneel gebragt, 't geen zo veel vochts gaf, als of het sterk geregend had, zo dat veelen der omstanders en kykers, in grooten getale uit de omliggende steden en dorpen, om dit spel te zien, toegevloeid, verre terug moesten wyken, niet konnende beseffen van waer dit water komen mogte; veele oude lieden weenden en waren in de ziel met medelyden aengedaan over de dooden, en met zorge over de noch levenden, schynenden wenzenlyk dat de Ark op 't water dreef; zo behendig en natuurlyk had Karel dit bedacht en toegesteld, daar hy ook langen tyd mede bezig was geweest. Doch in deze dingen had zyn broeder Kornelis geen groot genoegen, wien 't aangenaamer zoude geweest zyn, dat Karel hem in den lynwaad-handel behulpzaam ware geweest; dan deeze wist hem tegen den hoog-tyd van Pinksteren echter zo te beleezen, dat Kornelis alles wat hem tot het spel nodig was, zelf bekostigde; waarop de Moeder zeide: ‘Gy zyt noch zotter dan Karel, want hield gy uw geld in uw koffer, hy zou zulk spel niet spelen.’ Hy maakte mede Klucht-spelen op eenige Historien onder de boeren, ook sommige Tafel-spelen, RefereinenGa naar voetnoot(1) en liedjens, zo in 't geestelyke als wereldlyke, beide jok en ernst, want alle kameren der Rederykers, uit alle oorden van Vlaanderen, bekwam hy kaarten en maakte gedichten daar een prys op gesteld was, gelyk hy ook zeer veel tinwerk tot eere-pryzen gewonnen had. Onder zyne spelen in dat van Nebukadnezar, wanneer namelyk die trotsche vorst uit zyn koningryk verstooten werd, en in de wildernis met de redenlooze dieren 't gras des velds at, tot dat hy, weder bedaard en by zyn verstand gekomen, in zyn ryk hersteld werd; dat van den koninglyken profeet David, zynen wyzen zoon Salomo in 't ryk bevestigende, en hem de bestekken en aftekeningen tot den opbouw des tempels gevende. Dat van Salomo's eerste Recht-Spraak; van Hiram; van de koninginne van Scheba, die, om de wysheid van dezen prins te hooren, en deszels groote heerlykheid te zien, uit haar land gekomen was, enz.; hoe hy ein- | |
[pagina 273]
| |
delyk, door verleiding der vreemde vrouwen zich aan afgodendienst schuldig maakte. Dit laatste spel is te Meulebeke, op den Pinksterdag, wel met 50 personen of akteurs, kemelen en ander gedierte, sierlyk en treffelyk uitgevoerd, wezende het tooneel zeer konstig en fraai toegesteld, en speelende daarin Adam Van Mander, zyn jongste broeder, voor Salomo, eene rol van ongemeene grootte. Tot het zien van dit zelve spel, waren meest alle hunne bloedmaagen uit Gent, Brugge, Kortryk, Oudenaarden, en andere plaatsen, ook veel kykers uit de naastby-gelegen dorpen aangevloeid. Hier door werd Karel alom bekend, en schilderde onder de hand voor den een' en anderen, ook om in kerken of huizen te plaatsen of op te hangen. Tegen de aanstaande bruiloft van zyne zuster, had hy eene Bruid van Christus en eene Klucht gemaakt, en voor dat hy zyne reis naar Rome aannam, maakte hy noch twee spelen, 't een was van den Afgod Bel te Babel en 't ander van de Wysheid en de Dwaasheid (een zinne-spel). Deezen zyn, terwyl hy in Italië was, het eerste tot Thielt, en 't laatste tot Meulenbeke gespeeld en vertoondGa naar voetnoot(1). |
|