2684. Zwart op wit hebben,
d.w.z. een schriftelijk bewijs van iets hebben, bijv. van eene schuld of eene overeenkomst; men denke aan de zwarte letters op wit papier; vgl. Hooft, Ged. I, 152, waar van een briefschrijver gezegd wordt, dat hij ‘de cleene swarten door 't witte veldt in 't gelit gestelt’ heeft, en zie Brieven, 537: Dat zwart, waarby U Ed. Gestr. zich verbonden heeft, Muide te koomen bestraalen, staat noch in 't wit, d' onderteekeningen zijn niet verflaauwt, de zeegels gaaf; bl. 402: Voorheene hadde ik slechts vlugge toezegging, nu 't zwart in 't wit: want U E. schrijven bekent een daageraadt aan onze pruimen belooft te hebben; Huygens, Korenbl. II, 199. Bij Tuinman I, 237 komt de uitdr. in den tegenwoordigen vorm voor: hij heeft zwart op wit, dat wil zeggen: hy heeft eigenhandig en schriftelyk bewys. Vgl. ook Rusting, 311: 'k Begaf my daad'lyk by myn boeken, om daar myn schryftuig op te zoeken, en drukte daar strak swart op 't wit; C. Wildsch. III, 50: Gij moet die beloften en eeden doen beschrijven op een zegel; zwart op wit, dat is de zaak; ook bl. 71; W. Leevend, II, 72; afrik. hy wil dit swart op wit sien; Rutten, 280; Antw. Idiot. 1454: zwart op wit zetten, zijn handteeken zetten; in het Friesch: swart op wyt, dat is prefyt; hd. schwarz auf weiss behält den Preis; Wander IV, 424 en 426: etwas schwarz auf weiss geben (haben); fr. mettre du noir sur du blanc; eng. to have it in black and white or black on white.