Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2645. Op zijn zeven gemakken,d.w.z. op zijn doode gemak, zeer langzaam; eene vooral in Zuidndl. bekende uiddrukking, waarin het getal zeven een onbepaald aantal uitdruktGa naar voetnoot2). Vgl. Handelsblad, 8 April 1918 (A) p. 6 k. 3: Er wordt over 't algemeen flink en hard gewerkt door het personeel, maar wij hebben toch lokalen bezocht, waar de helpende dames en heeren op hun zeven gemakken zaten en hun taak wel wat gemakkelijk opvatten; Druiventros, 11: Onofrio, de muts over zijn ooren en zijn veermansjekker aan, kwam al stoppende zijn pijpje op zijn zeven gemakken het trapje afgestapt; F. Timmermans, Symforosa, 53: En het regent nu op zijn zeven gemakken; Antw. Idiot. 466: Op zijn zeven gemakken, zeer langzaam; Schuermans, 884: Op zijn zeven gemakken, heel op zijn gemak; Waasch Idiot. 760: Op zijn zeven of zeventien gemakken iets doen, zeer langzaam; Teirl. 471. |
|