Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2614. Iemand uit het (of den) zadel lichten,d.w.z. iemand onderkruipen, hem zijn positie doen verliezen; ontleend aan de tournooien, waarin de eene ridder den anderen met zijn speer uit het zadel trachtte te lichten en hem zandruiter maakteGa naar voetnoot1); mnl. enen uten ghereide steken; enen afsetten of afsteken. In de 17de eeuw is de uitdrukking vrij gewoon; zie Pers, 349, alwaar zij in letterlijken zin voorkomt naast iemand uit het zadel werpen in figuurlijke beteekenis; ook in obscoenen zin was zij toen zeer gewoon (zie o.a. Brederoo, Klucht v.d. Molenaer, 469); Winschooten, 218: iemand uit de saal ligten, iemand sandruiter maaken; Halma, 799. Vgl. verder Tuinman I, 253; Sewel, 976: Iemand uit den zadel ligten, to supplant or undermine one, to trip up his heels; to throw one down; in V. Janus, 321: iemand uit den zadel wippen; Harreb. II. 487; O.K. 17: Hij had zaken gedaan en een concurrent uit den zadel gelicht; Ndl. Wdb. VIII 1974; afrik. iemand uit die saal lig. Ook in het hd. jemand aus dem Sattel stechen, heben; jemand ausstechen; fr. désarçonner qqn, iemand tot zwijgen brengen; faire perdre les arçons (ou les étriers) à qqn, iemand van zijn stuk brengen. |
|