2558. Buiten west(en) zijn,
d.w.z. flauw gevallen zijn, het bewustzijn verloren hebben. Deze sedert de 16de eeuw voorkomende uitdr. had vroeger ook de bet. van den koers kwijt zijn; buiten zijn zinnen zijn; de zinnen kwijt zijn, zooals blijkt uit Sart. II, 3, 5: Ghy zijt heel buyten Westen, in stupidos ac furiosos torquetur; Tijdschrift VIII, 109: Nou raakt hy hiel buiten westen: hoor je 't niet? ay, ordonneer hem een reséptje, eer hy doller wordt; Focquenb. Typhon, 1ste Sangh. 169: Wat duyvel of dit hier sal werden? riep God Jupijn, schier buiten west; Verheeve God: Mijn sinnen en mijn ziel, waer dwaelt gij buyten westen?; Halma, 624; 97: Buiten westen zijn, avoir perdu la tramontane, être désorienté; Sewel 956; 150: Buiten westen, confounded, out of the way; Van Eijk I, nal 79. Voor de hedendaagsche beteekenis vgl. Olipodrigo (anno 1654) bl. 134; Van Moerk. 254: Sy is hiel buyten weste (van eene vrouw, die in zwijm gevallen is); H.v.Z. 84: t Is voor Daantje 'n geluk dat-ie buiten westen leit - bang as die was voor de dood ... bàng; Nkr. IX, 30 Jan. p. 8: Toen raakte