Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2540. De waterlanders komen voor den dag,d.w.z. de tranen komen voor den dag; hij begint te schreien. Bij Sartorius III, 3, 16: De water-landers op den dijck laten komen, de iis, quibus lachrymae oborirentur in oculos; Winschooten, 349: De Waaterlanders quaamen op den dijk: dat is oneigendlijk, de traanen quaamen in de oogen; Mergh, 18: de waterlanders staan op den dijk; Sewel, 941: De waterlanders kwamen op den dyk (metaph.), tears came in the eyes; Harrebomée I, 113; B.B. 121; Nw. School, II, 213. Vgl. afrik. toe kom die waterlanders. Naast deze uitdr. citeert Tuinman I, 309 ook: ‘'t Water komt op den dijk, de traanen komen in de oogen’, dat o.a. voorkomt bij Huygens I, 65 en 't Daghet XII, 144; in het Waasch | |
[pagina 489]
| |
Idiot. 174 a: de dijken loopen over, men weent; ook De Bo, 440 en Antw. Idiot. 1420: het is hoog water, van iemand die op het punt staat te weenen. Volgens De Bo, 1373 en Antw. Idiot. 1422 is waterlander voor traan ook in Zuid-Nederland bekend; in het Friesch: de wetterlânners kamen dêr ek by. Het is eig. de naam van de bewoners der moerassige, laaggelegen gedeelten van Holland, Broek en WaterlandGa naar voetnoot1) en vandaar bij overdracht gebruikt voor traan. Zie no. 1168 en vgl. voor een dergelijk woordspel: de Friezen zijn in 't land, het begint te vriezen (Harreb. LXXGa naar voetnoot2)). |
|