Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2509. Houd je wafel (of waffel) dicht!d.w.z. houd je mondGa naar voetnoot1). Vgl. Menschen zooals er meer zijn, bl. 79: Hoor eens, Stuur, zei ik ‘als je nou kwaad van dat meisje spreekt.... dan geef ik je er een vlak voor je dikke wafel, hoor; Nw. Amsterdammer, 13 Maart 1915 p. 3 k. 1: Zij slaan in vervoering op de tafel, schreeuwende: hou jij je wafel! Nkr. II, 11 Oct. p. 2: Voor wat staat ie op z'n achterste pooten en zet ie zoo'n wafel op? IX, 11 Sept. p. 2: Stop nou maar je waffel; hier hei je wat souse mangelen; Köster Henke, 74: Hou je waffel dicht; Lev. B. 135: Hou jij nou ook je wafel, anders krijgen we nog meer heibel; Jong. 152: Hou toch jelui waffels; bl. 183: Hou je waffel, stommeling! Jord. II, 364: Hij verzocht voor eenige momenten de toeters, de trechters, de waffels en de kleppers dicht te houden; B.B. 194: Hou je wafel dicht of ik sla je er vierkant voor (op bl. 175: Ik wou dat je je falie dicht hield); Het Volk, 26 April 1913 p. 3 k. 2; Handelsblad, 11 Febr. 1920 (A) p. 13 k. 2; De Vries, 104: waffel, mond; | |
[pagina 473]
| |
Boekenoogen, 1179; fri. hâld dyn waffel; in slach foar de waffel naast een ww. waffelje, wauwelje, wauwelen, babbelen, zijn wafel roerenGa naar voetnoot1). Zie no. 1538. |
|