2505. Zooals de waard is, vertrouwt hij zijne gasten,
d.w.z. men beoordeelt een ander dikwijls naar zich zelven; in ongunstigen zin gebruikt van iemand die anderen wantrouwt of slechte dingen van anderen vermoedt. Zie mlat. estimat esse capre vicium quod scit caper in se; Huygens, Sneldichten: Soo de waerd is, soo verleent hem God sijn gasten; W. Leevend VIII, 199: Zo als de waard is, betrouwt hy zyne gasten; VI, 279: Gelyk de waard is, vertrouwt hy zyn gasten, en die erg ziet, heeft erg in 't hart; Tuinman I, 359: Gelijk de waard is, betrouwt hy zyn gasten; Sewel, 931: Zo de waard is vertrouwt hy zyne gasten, one judges of others according to his own temper. Zie verder Harreb. I, 203 b; Taalgids V, 188; Ndl. Wdb. IV, 317; II,