Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2473. Te voorschijn komen,voor den dag komen, zich openlijk of in 't openbaar vertoonen; zuidndl. en Nbrab.Ga naar voetnoot1) ten blakke komen of brengen (zie De Bo, 142; Antw. Idiot. 247; Hoeufft, 72); mnl. te vor(e)schine comen naast te vor(e)schine bringen, ook sijn. Het mnl. znw. vorescijn is afgeleid van 't ww. vorescinen, boven iets anders of anderen uitschijnen, uitblinken, in 't oog vallen; vgl. Mnl. Wdb. IX, 1066; Kil. Te veurschijn brengen, offerre, praesentare, in conspectum dare; te veurschijn comen, comparere, apparere, coram adesse in conspectu venire, vel in publicum; evenzoo Plantijn en de latere woordenboeken. In 't hd. zum Vorschein kommen, eig. ‘hervorscheinen, aus einer Masse heraus sichtbar werden’ (Paul, Wtb. 619); in 't Friesch foarskyn, vleugje van schijnbaar herstel, door opflikkering der laatste levenskracht; to foarskyn komme. |
|