Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 448]
| |
2460. Een wit voetje hebben bij iemand,d.i. bij iemand in de gunst, in de pas staan, een potje bij hem kunnen breken; eene uitdrukking, die sedert de 16de eeuw bij ons bekend is en haar ontstaan te danken heeft aan de vroegere gewoonte, dat paarden met vier witte pooten tolvrij warenGa naar voetnoot1). Vgl. Marnix, Byenc. 189 v: Dat en mach niemant doen dan onse L. Moeder de H. Roomsche Kercke, die vier witte voeten heeft, ende en kan niet missen; Sart. I, 2, 19: Ghy hebt vier witte voeten, 't witte kindt, sic feliciter natum atque ita gratiosum significamus, ut quidvis fere impune ipsi liceat; Idinau, 114: Witte voeten hebben.
Men prijst de peerden met witte voeten
En oock men die veur-deel hebben siet.
Dat seght-men van sulcke, die, wien sy ghemoeten
Groot veur-deel van al de wereldt gheschiedt.
Veur Godt en baet 's wereldts veur-deel niet.
Huygens, Korenbl. II, 163; Smetius, 80: Hij heft vier witte voeten, hij slacht des costers koeGa naar voetnoot2); Tuinman I, 43: Hij heeft witte voeten, dus zegt men van ymand, die ergens geacht en aangenaam is; Br. v. Abraham Bl. I, VIII: Ja, Ja, ik had altyd vier witte voeten by die zoete Vrouwen; C. Wildsch. III, 268: Vier witte voetjens hebben; V, 300; W. Leevend II, 129; IV, 225: Vier witte voeten bij Tante Martha hebben; Van Eijk II, nal. v.; Harreb. II, 397 a: Hij heeft er een witten voet; 398 a: Hij wil een wit voetje halen; Loquela, 586; Nkr. VII, 27 Sept. p. 6; M. de Br. 55: De juffrouw wou een wit voetje bij haar hebben; Dievenp. 25: Om 'n wit voetje bij de politie te krijgen; Sjof. 20: Hij deed 't alleen om een wit voetje te halen; Menschenw. 225: Zij bespogen hun makkers om wit voetje bij notaris of dokter; De Arbeid, 14 Januari 1914 p. 2 k. 4: Een nieuwe controleur, die zeker een wit voetje bij den baas wilde halen; 19 Dec. 1914 p. 2 k. 4: Als hij een wit voetje wilde halen bij den patroon, welnu, dan had hij wel anders opgetreden; De Telegraaf, 19 Maart 1915 (avondbl.) p. 7 k. 3: Vandaar dat hij den stroopkwast niet spaart, om toch vooral een wit voetje bij onze geuniformeerde Oosterburen te krijgen; enz. De Cock1, 63: met iemand op een witten voet staan; witte voeten bij iemand hebben. Ook hier wordt medegedeeld dat eertijds witvoetige paarden de poorten der Vlaamsche steden tolvrij mochten binnengaan, en gewezen op Rutten, 263: koeien met witte voeten mogen op het kerkhof grazen, zijt ge wel gezien door de overheden, dan bekomt ge voordeelen; afrik. wit voetje soek, trachten in iemands gunst te komen; Joos, 74: hij staat er met witte voeten, hij wordt er zeer bemind; fri. in wyt foetsje by immen ha; in wytfoet hynsder bitellet gjin tol; oostfri.: hê hed 'n witten fôt bî hum; nederd. en witten Fôt bi jemand hebben (Eckart, 135; Wander I, 1303); sik en witten Fôt maken bi enen, sich einschmeicheln (Eckart, 235 b). |
|