Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 447]
| |
trapt wordtGa naar voetnoot1). Vgl. Erasmus, CLXXVIII: ἐκ τῶν ποδῶν ἱππείων, id est procul e pedibus equinis; etiam hodie vulgo dicitur, cum significant fugiendum esse periculum; Servilius, 251: procul e pedibus equinis, verre wt peerts voeten; Sart. I, 4, 47: wech uyt de paerde voeten; H. Sacr. v.d. Nyeuwerv. 808: Ghij sijdt daer uut der perden voeten; P.C. Hooft, Warenar, vs. 151: Men loerd' me zoo niet, het moest uit de paardevoeten; Brederoo, Moortje, 2285 (in eigenl. zin); W.D. Hooft, Verl. Soon, 40: 'k Was blijdt dat ick mitter haest raeckten uyt de paerdevoete; Paffenr. 70: Laet ons gaen leggen onse hoofden uyt de peerdevoeten; De Brune, Bank. II, 169: Hy wel, uyt der peerden voeten (= veilig) zit, die op den toren de klocken doet bayaerden; enz. Vgl. Tuinman I, 283: Hy maakt zich uit het stofGa naar voetnoot2) dat is, hy pakt zich weg; dit behoeft hy niet te doen, die zich buiten schoots houd, en uit de paardevoeten blyft; ook II, 193. Uit de voeten blijven, maken, dat men er niet tusschen komt, 17de eeuw uit de kinken blijven, thans dial. uit de kinkels (kronkels in een touw of een ketting) blijven (zie Winschooten, 106; N. Taalgids XII, 148). In het hd. einem aus den Füszen gehen; sich aus den Füszen machen (Grimm IV1, 986; 1001); Tuerlinckx, 700: uit de voete zijn, weg zijn, afgedaan zijn; hum uit de voete maken, zich uit de voeten maken; Antw. Idiot. 1392; Schuermans, 824 b: uit de voeten geraken, weg geraken; uit de voeten zijn, weg zijn (dial. ook in Noord-Nederland in den zin van aan kant zijn); afrik. hy het hom uit die voete gemaak; vgl. ook Rutten, 263 a: zich uit iemands voeten zetten, zich wegmaken; Antw. Idiot. 1754: iet of iemand uit de voeten helpen, iemand uit den nood, uit de verlegenheid helpen; Tuerlinckx, 248: iemand uit de voeten helpen, iemand bedienen van iets, opdat hij kunne weggaan; iet uit de voeten helpen, iets afmaken. In deze uitdrukkingen behoeft men echter niet aan paardevoeten te denken, maar kunnen de voeten der menschen bedoeld zijn, evenals in het gri. ἐκποδῶν, uit de voeten, weg; ἐκποδίζω en het lat. expedio (?). Syn. zich uit de barrebieze maken (zie Nkr. X, 12 Febr. p. 7). |
|