Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 445]
| |
2454. Op geen voeten en (of) vaâmen,d.i. in de verste verte niet; in 't geheel niet, op of in geen velden of wegenGa naar voetnoot1); eig. op geen afstand van voeten (een voet = 3 decimeter) en vademen (een vadem = 6 voet). Vgl. Van Effen, Spect. V, 162: Terwyl een ander, die ook ten hoogsten wierd geroemt, nogtans by zyn makker op voeten en vademen niet halen kan; V. Janus II, 32: 't Gaat jou immers op geen voeten of vaamen aan; III, 50: Zoo dat hij er zich op geen voeten of vaamen naa mee conformeeren konde; Harreb. II, 86 b: Dat verscheelt vademen en mijlen of voeten en vademen; De Telegraaf, 17 Nov. 1914 (avondbl.), p. 11 k. 4: Op geen voeten of vademen na klaar komen; fri. it skeelt foetten en fiemen; Molema, 263 a: 't scheelt mielen en voamen; vgl. ook Loquela, 516: buiten vame en voet, buitenmate. |
|