2453. Onder de(n) voet raken (of vallen),
d.i. op den grond vallen; bezwijken; ook: ziek worden. Wellicht is deze uitdrukking ontleend aan een gevecht, waarbij degeen, die valt, onder de voeten der paarden en der krijgslieden raakt; vgl. Parth. 6610: Want hi M. van den orse daer neder stac, dat hi onder die voete lach. Zoo ook enen onder voet(e) riden, - steken, - slaen; onder voet(e) vallen, te gronde gaan, te niet gaan; ook ondervallen, onder den voet vallen, bezwijken, onder voet leggen (Mnl. Wdb. V, 310; 442). Zie verder Huydecoper, Proeve II, 214-215, waar verschillende uitdrukkingen uit de 17de eeuw geciteerd worden; Rabelais I, 393: Sy zoopen zich al t' zaamen zoo vol en dol, datse eindelijk onder voeten vielen; I, 245: Ik zou in gevaer zijn van onder voeten te vallen door flauwte; Asselijn, 246: Den eene tijd is hij (een koopman) er hiel boven op, en dan leid hy weer eens hiel onder de voet; Tuinman II, 234: Hy blyft onder de voet, dat is hy kan het niet te boven komen; Halma, 737: In een gevegt worden veele soldaaten aan weerskanten onder de voet geschooten; onder de voet leggen, être par terre; onder de voet stooten, jetter sur le carreau; Sewel, 902: Iemand onder de voet loopen, to run one down; onder de voet gesmeeten, thrown down on the ground; onder de voet stooten (dood steeken), to kill with a sword; iemand onder de voet drinken, to drink one down; Tuerlinckx, 700: onder de voet, in den weg, van zijne plaats; in slechten toestand; De Bo, 1341 b en Antw. Idiot. 1392: onder de voet(en) zijn, ziek zijn; bl. 2138: onder de voet geraken, vervallen (een handelszaak); De Cock1, 16: hij is onder den voet, hij zit slecht in zijn zaken; zijne gezondheid laat te wenschen over; fri. ûnder 'e foetten reitsje, ziek worden.