Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2441. Voet bij stuk houden (of zetten),d.i. blijven bij het onderwerp, waarover men spreekt; niet van de bate wegdraaien, zooals de Westvlamingen zeggenGa naar voetnoot1), niet afwijken van zijn plan; zijn eigen op zijn punt houdenGa naar voetnoot2), niet toegeven; ‘zich op de volvoering van zijn eigenlijk opzet toeleggen’ (Weiland). De uitdrukking komt in de 16de eeuw voor bij Kiliaen, met dit verschil, dat hij niet van stuk maar van stek spreekt; vgl. Voet by steck setten, voet by voet setten, collato pede proeliari: gradum conferre cum hoste: conferre manum: ad manus venire. Evenzoo bij Plantijn: Voet by steck setten: mettre pied contre pied; Marnix, Byenc. 16 r: Daer moesten sy voet by steck setten, ende so lange kampen tot dat sy haer vleesch gantsch overwonnen hadden; Huygens V, 57; Hofwijck, vs. 1753: Houdt jy maer voet by steck; Poirters, Mask. 170: Den oprechten toetssteen dan vande waraghtighe, ende goetjonstighe vrinden is teghenspoet; die dan voet by steck houdt die moght ghy vrijlijck voor eenen vrindt teeckenen. In de 18de eeuw geeft Tuinman I, 38 eveneens nog op ‘voet by stek zetten’ met de verklaring ‘Dit acht ik genomen te zyn van die in een tweegevecht voet tegen voet zetten, en niet te rugge wyken van het voorgeschreven perk: gelyk zo de Latijnen zeggen: collato pede pugnare. 't Word overgebragt op ymand die stand houd, en niet deinst in eenige zaak’. Thans nog in Zuidndl. dial. voet bij stek | |
[pagina 438]
| |
houden, iets niet opgeven (Antw. Idiot. 1391; Waasch Idiot. 626 a; 719 b); Schuermans, 674 b: voet bij stek houden, standvastig volharden, volhouden (Brab. Antw.). Hiernaast komt sedert de 16de eeuw ook voor voet bij stuk (of 't stuk) zetten; vgl. Tijdschrift XXXII, 156: ‘Ten huyze van eenen Thielman soetelaer’ is een ‘root schoorlaeckense galeybrouck’ weggenomen. Genoemde Thielman verklaart ‘dat het Jan van Gent ende Henrick van Diest gedaen hadden ende dat hij deselve voor die man hielt ende voet bij stuck wilde setten (anno 1575); Winschooten, 303: Voet bij 't stuk setten: het welk eigendlijk beteekend, de voet setten bij het geschutGa naar voetnoot1) en dewijl dit als een teeken van onversaagdheid gereekend werd, soo daagd de eene konstaapel den ander wel eens uit: seggende, soo gij een braaf kaarel sijt, en moed en courage hebt, maak niet veel praats! maar set voet bij 't stuk, het welk ook oneigendlijk genoomen werd, voor sijn woord gestand doen; bewijsen met 'er daad, dat men gesprooken heeft; Seven Engelen der Dienstmaagden (anno 1697), bl. 99: Daarom is het best, dat ik weer voet by stuk set; Antonides II, 184: Zet eens voet by stuk; Van Effen, Spect. V, 189: Deze onverwagte verweering deed hem zyne pogingen verdubbelen om my te dwingen voet by stuk te zetten, om regt met my aan 't werk te raken; Rusting, 412; Boere-krakeel, 29: Hy zet 'er pal en voet by 't stuk; Halma, 737: Voet bij 't stuk zetten, toetreeden om iets te doen, eene zaak verdeedigen; voet bij 't stuk houden, wakker strijden; evenzoo bij Sewel, 902; Kmz. 262; Kalv. II, 35; Tuerlinckx, 701: voet bij stäk (stok), voet bij stuk houden; fri. foet by stik hâlde. Dat de oorspronkelijke beteekenis van stuk niet, zooals Winschooten meent, die van een stuk geschut geweest is, bewijst de vorm stek, die op de oudste plaatsen voorkomt, en waaraan ik met Tuinman I, 266 de beteekenis paal, grens, meet zou willen toekennen, zoodat de uitdrukking dan te vergelijken is met zich schrap zetten, in welken zin zij ook door Kiliaen wordt vermeld. Onder invloed van uitdr. als bij zijn stuk blijven, op zijn stuk staan, van zijn stuk zijn en dergelijke kan later stek veranderd zijn in stukGa naar voetnoot2). Vgl. Kiliaen: stick, sax. j. steck, stipes; Teuth.2 376: stecke, stipes, stilus; Schuerm. 674 b: stek, stok; Bijv. 320: van zijnen stek vallen, van zijn stokje vallen; De Bo, 1094 b: stek, puntige stok; Molema, 401 a: 't Met iemand in 't stek hebben, aan den stok hebben. Steun aan deze verklaring geven het oostfri.: de fôt bi de stok setten, syn. van de fôt bi 't mâl (merkzeichen) holden (Ten Doornk. Koolm. I, 547 b; Grimm IV, 980); Molema, 258 b: Vout bie de meet hollen (fri. foet by de miet hâlde, zich aan orde en regel houden); Halma, 258: Zijne keep houden, soutenir sa thèse; Sewel, 382: Ik hou keep, ik blyf by myn stuk; bij Rusting, 566: keep geven, toegeven; Weiland: hij houdt zijne keep, hij staat op zijn stuk; V.d. Water, 93; Bouman, 51; Ndl. Wdb. VII, 1956; afrik. jy moet voet by stuk hou. Zie no. 2029. |
|