jaar zal nie kenne danse!; Druiventros, 16: Het huis te klein .... het loon te laag .... het werk te zwaar .... Maar te triest! .... God zal me kraken, te triest! .... dat had hij nog nooit op de viool hooren fiedelen; fri. hwa het dat ea op 'e fyoele spyljen heard, wie heeft het ooit zoo dwaas gehoord?; Breuls, 84. In Zuid-Nederland: dat heb ik nog nooit op eenen klomp hooren spelen (Claes, 115) of dat heb ik nog nooit in mijn pap gevonden, dat ben ik nog nooit tegengekomen, dat heb ik nooit ondervonden (Antw. Idiot. 1958).