Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 415]
| |
2394. De vierschaar spannen,d.i. rechtspreken. Onder de vierschaar, mnl. vierscareGa naar voetnoot1), ook vierbank, verstond men de vier schepenbanken, waarmede men de rechtbank afzette; vgl. het ohd. scranna, stoel, bank, schepenbank; mhd. schranne, schrange, gerichtsbank; schrannen-sitzer, gerichtsbeisitzer; schrannenstap, gerichtsstab; mnd. scharne, vleeschbank, thans nog bekend in het hd. Fleischschranne, Brotschranne, en de nederd. uitdr. klagen binnen ver benken; vor die vier benke komen; in den vier benken en dergelijke. Met spannen, d.i. sluiten (zie no. 1284) wordt hoogstwaarschijnlijk bedoeld het met een touw omgeven van de banken, waarbinnen de beschuldigde stondGa naar voetnoot2). Vgl. het mnd. de vêrschare (= de vêr scharnen) spannen, die vier Bänke des Tribunals hegenGa naar voetnoot3), Gericht halten; mnl. die vierscare openen, beslaen; Kiliaen: Vier-schaere, tribunal, forum iudiciale, forum iudiciarium, iudicum confessus, q.d. congregatio quatuor virorum nempe iudicis, actoris, rei, et scribae; aut praetoris, iudicis, accusatoris et rei: vel ut in Saxonia et aliis nonnullis locis olim, praetoris, et trium senatorum sive scabinorum; spannen de bancke oft vierschaere. Holl. j. bannen, forum agere, iura exercere. In Zuid-Nederland: veur de vierschaar komen, te voorschijn, voor de pin, voor den beetel komen (Waasch Idiot. 839). Vgl. voor de balie (oorspr. hekwerk) komen (zie no. 479). |
|