Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2335. Vee van Laban.Met het schimpwoord vee van Laban of tuig van Laban bedoelt men een troep deugnieten. Volgens Laurillard, 12 kan de uitdr. op deze wijze verklaard worden ‘dat men deugnieten of lieden van een gemeen karakter heeft willen voorstellen als van Labans geslacht, - immers, Laban staat in de Bijbelsche historie in een zeer ongunstig lichtGa naar voetnoot1) - en dat men, om de spreekwijze nog wat harder en scherper te maken, in plaats van een geslacht van Laban, is gaan zeggen: vee van Laban of tuig van Laban’. Vgl. ook Zeeman 339; Harreb. II, LXXV: Het is vee van Laban, dat wil zeggen, het is kanalje. Het spreekwoord ziet op Labans handelingen met zijn schoonzoon Jacob. Eerder zou ik denken dat de uitdr. Het is vee verlengd is met van Laban om er een bijbelsch tintje aan te geven (zie Euphonia II, no. 34Ga naar voetnoot2)). Zie verder Jong. 236: Niet dringen, vee van Laban, anders blijf jelui d'r buiten; Nest. 43: Tuig van Laban, beroerde kwajongens; bl. 104: 't Is tuig van Laban. |
|