2320. Tot zijne vaderen gaan,
d.w.z. sterven en tot zijne voorvaderen verzameld worden. Ontleend aan den Bijbel, Gen. XV, vs. 15: Ende ghy sult tot uwe vaderen gaen met vrede: ghy sult in goeden ouderdom begraven worden. Zie ook 1 Kron. XVII. 11; Ndl. Wdb. IV, 47; Tuinman I, 321; II, 235: naar de oudvaderen of oudvaders gereisd of gegaan zijn; ook bij de oudvaders zijn (Asselijn, Kwakz. 17; Ndl. Wdb. XI, 1569); Halma, 478: Hij is al naar de Oudvaderen, hij is al dood. Il est déjà ad patres; Afrik. iem. is tot sy vaders vergader; vgl. ad patres, dat hiervan eene vertaling is; fr. être allé ad patres; hd. zu seinen Vätern versammelt werden; eng. to be gathered to one's fathers. Zie no. 1785.