2290. Zijne trekken (troeven of streken) thuiskrijgen,
d.w.z. op zijne beurt er inloopen; zijn loon krijgen (voor den trek, dien men een ander gespeeld heeft); mnl. sijn deel doen. In de 18de eeuw o.a. aangetroffen in het Boere-krakeel, 90:
Me dunkt, maet Kees, jy krygt de trekken,
Die je uitgedeeld hebt, schoon weer t'huis.
Zie ook Harrebomée I, 342 b; Handelsblad, 28 Januari 1915 (ochtendbl.) p. 1 k. 5: Omdat men er over verheugd is dat de Duitschers na hun aanval op de ‘versterkte’ Noordzeeplaatsen hun troeven hebben thuis gekregen; Nederland 1914, II, bl. 26: Heel goed, als de Ongure zijn streken eens thuis gekregen had; Ibsen, Een vijand van 't volk (Wereldbibl.), bl. 36: Maar nu krijgen ze hun trekken thuis. In Twente: zine strekke