2286. In trance zijn,
d.w.z. in verrukking zijn. Onder trance (ontleend aan 't eng. trance) verstaat men den toestand waarin (in de leer der spiritisten) het medium zich bevindt tengevolge en tijdens de materialisatie van geesten (V. Dale5. De uitdr. wordt gewoonlijk gebruikt om een toestand van geestvervoering, verrukking, extase aan te duiden. Vgl. Nw. School, VII, 124: Daarna is de heer Pluvier geheel in trance, en wij beluisteren de stem van het medium der gastronoompedagogiese geesten; Kippev. I, 38: Hij is in trance geweest! riep Piet Moreelse; Propria Cures, XXVII, 123:
O liefste, sinds 'k jou ego ken,
Sinds ik jou trilling deelde,
Weet 'k niet in wat voor trance ik ben.
Wat 'k waarneem trilt van weelde.
In transes zitten, in angst, benauwdheid zitten; vgl. D.H.L. 7: In het eerste peloton loopt alles zonder incident af, maar in 't tweede wil het toeval, dat de overste juist milicien Akkerman aanspreekt. Frikkers zit in transes. Vgl. eng. to lie in a trance, schijndood zijn; fr. être dans les (ou en) transes, in doodsangst zitten.