Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2203. Zich aan een stroohalm vasthouden,d.w.z. in het nietigste redding zoeken als men in gevaar is; eig. gezegd van een drenkeling, die redding zoekt in een stroohalm (-wisch). Vgl. Hooft, Brieven, 257: Ende (zij) kan aan Corisca geen volslaagen ongelijk geeven, die een gasthuis van haar hart maakte, om zich aan 't vlotgras te houden, als haar de wal ontgingGa naar voetnoot1); Van Effen, Spect. VII, 163: Om zig uit dien naren toestand te redden, handelt hy meesten tyd als iemand, die in gevaar van te verdrinken, zig aan een dryvend strootje vast houd; Harreb. II, 316: Hij houdt zich aan een stroowisch vast; V.v.d.D. 178: Je voelt je miserabel, hulpeloos.... en je hoopt, je klemt je aan 'n stroohalm vast! Kmz. 346: We moeten het teerste stroohalmpje | |
[pagina 331]
| |
aanvatten. In Zuid-Nederland is bekend zich aan het gers houden, zich trachten recht of gezond te houden, voor zich zelven zorgen (Schuerm. Bijv. 95 a, Teirl. 481). Vgl. ook het fri. ien oan in strie fêst halde; fr. un homme qui se noie s'attache à un brin d'herbe, à un roseau; hd. sich an einen Strohhalm halten; eng. to catch at a straw. |
|