Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 330]
| |
antwoord aan een tegenstander. De zegswijze komt in de 18de eeuw voor bij Tuinman I, 254: Men is liever van een karos overreden dan van een drekwagen; W. Leevend I, 258: Men word nooit van een koets, maar altoos van een askar overreên; Halma, 487: Van eene vuilniskar overreeden worden, van een veragtelijk mensch smaad lijden; Sewel, 765: Van een strontkar overreden worden, to be injured by a low dirty fellow; Harreb. I, 382: Men wordt eerder door eene mestkar overreden dan door eene koets (of een degelijk rijtuig); Ppl. 141: Je werd toch maar nooit van 'n rijtuig overreëe, maar altijd van 'n strondkar; Kalv. II, 123: Je wordt altijd door de vulliswagen overreden; Molema, 215: men wordt eerder van 'n strontkoar overreden as van 'n koetswoagen; nd. me we'd ihder van en Drekkahr overfahre äls van 'ne Wagen (zie Taalgids, V, 153; Eckart, 85); Ndl. Wdb. XI, 1950: Men wordt nooit door degelijke wagens overreden. Vgl. het zuidndl. Ge wordt niet bekrozen als van 'ne(n) vuile(n) pot, men wordt maar belasterd door slechte menschen. |
|