Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2159. Iemand een steek (onder water) geven,d.w.z. iemand zijdelings eene onaangenaamheid zeggen; een bedekte toespeling, die voor iem. onaangenaam is; met vuilte gooien (op Goerée en OverflakkeeGa naar voetnoot2)); iemand een bokking geven (Winschooten, 286), een zinknoot (Boekenoogen, 1263), hem iets zeggen, dat hem pijnlijk aandoet. Vgl. Plantijn: Yemanden met schampige woorden steken, piquer aucun de parolles. In de 17de eeuw reeds vrij gewoon; zie o.a. Poirters, Mask. 184: een steeckje geven; verder Van Effen, Spect. IV, 208; C. Wildsch. I, 14; Halma, 607: Hy gaf hem eenen steek van ter zijden, hij gaf hem eene drooge neep, il lui donna un coup fourré; en V. Janus, 3, 15. Synoniem was de uitdr. iemand een scheut (schootje) geven, een - krijgen, dat o.a. voorkomt bij Hooft, Ged. I, 137; De Brune, Wetst. I, 6; 344; Ndl. Wdb. XIV, 541. Bij Winschooten, 235: ‘Een schoot onder water krijgenGa naar voetnoot3) word eigendlijk gebruikt omtrent de schepen, die in het rijsen van de baaren, en als het onderste der schepen booven water komt, van een koogel aldaar getroffen werden; het welk seer gevaarlijk is; oneigendlijk werd het op iemand gepast, die | |
[pagina 311]
| |
van een ander een drooge bokking krijgt, dat juist van de bijstanders soo niet gemerkt kan werden: dog die het raakt, die steektse bij sig’ (zie ook bl. 126). Vgl. verder Halma, 565: Scheut, schimp, steek, un coup de peigne, un brocard; een scheut onder water, een heimelijke streek, un lardon, un brocard. Uit eene dooreenmenging van deze twee uitdrukkingen iemand een schot onder water geven en iemand een steek geven (hd. jem. einen Stich geben) ontstond nu een steek onder water geven. Ook kende men in de 17de eeuw een duw (in 't wammes) of een dwarsstreek krijgen; vgl. in het hd. Seitenhieb; eng. a side-thrust; Winschooten, 299; Van Effen, Spect. IX, 177; Tuinman I, 199; V. Schothorst, 205. Zie verder Schuermans, 674 b en 683 b: een sneê, een onrechtstreeksch verwijt, schaard; De Bo, 840: iemand eenen pek geven (in het Antw. Idiot. 950: pek, slaag); Waasch Idiot. 574 b: scheuten onder 't water geven; bl. 732: dat zijn slagen onder 't water, bedekte verwijten; Molema, 241: lempers geven; bl. 394: spiekers geven; Zoek. 24: Zoo'n smerige knauw onder water. In het fri. immen in stek under wetter troch jaen; in skoat onder wetter, een eenigszins bedekte schimpscheut. |
|