2138. Spottershuisjes branden,
d.w.z. het ongeluk dat heden den een treft, kan morgen ook den ander, die er mee spot, treffen. De uitdr. dag. teekent uit de 16de eeuw, blijkens Campen, 6: Spotters huys brandt oock wel; zie verder De Brune, 489: Spotters huys dat brandt oock wel; Tuinman I, 370: Spotters huis brand ook wel. Gods wraakoordeelen overkomen ook spotters zelf in datgene, waarover zij anderen beschimpt hebben; Harrebomée I, 345; Handelsbl.