Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2125. Spijkers op laag water zoeken,d.w.z. vitten, onbeduidende gronden aanvoeren; ook: uitvluchten zoeken, zwarigheden of bezwaren zoeken, waar er geen kunnen zijn, de egge op den tas gaan zoeken (Waasch Idiot 644 a). In werkelijken zin worden bij laag water aan de scheepstimmerwerven de spijkertjes, die bij het timmeren gevallen zijn, opgezocht (zie M.z.A. 17); vandaar bij overdracht: naar kleinigheden zoeken, die bijna niet te vinden zijn, vitten; en ook: nietige uitvluchten zoeken, bedenken om iets te verbergen of te ontkomen, of zooals men vroeger zeide mnl. musselen in die gootkijns soken of dat haer int oge soken (zie Coninx Somme, blz. 627); het futselboek zoeken (De Bo, 316 a); het bijltje (met den langen steel) zoeken (Ndl. Wdb. II, 2619); knorven in de biezen zoeken (lat. in scirpo nodum quaerere; Hooft, Brieven, 445; Ndl. Wdb. II, 2554); een speld in een hooitas (of een voer hooi) zoeken (Schuerm., Bijv. 127 a); een haartje in de boter zoeken, redenen vinden om te vitten of om twist te maken; Ndl. Wdb. V, 1400Ga naar voetnoot1). In Zuid-Nederland onbekend. In 't fri. in splinter-siker. |
|