Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2103. Iets soldaat maken,d.i. iets opmaken; zoo kan men een visch of een flesch wijn soldaat maken, door hem op te maken, haar uit te drinken; zie Lev. B. 111: In tijd van 'n oogenblik had hij maar effetjes vier kadetjes soldaat gemaakt; Het Volk, 5 Oct. 1914, p. 5 k. 3: De kommandantsuniform lag aan flarden, wat den man meer uit zijn humeur bracht dan de ontdekking dat zijn voorraad van 1800 sigaren soldaat was gemaakt; Handelsblad, | |
[pagina 285]
| |
7 Maart 1917 (A), p. 6 k. 2: De wijnkooper Itinga, die een uitnoodiging aan zijn vrienden om een Westfaalsche ham te komen soldaat-maken rondzond; Harreb. II, 281 a: Het is soldaat gemaakt, opgegeten of gedronken; V. Ginneken II, 461: Maak het maar soldaat, eet het maar op; Draaijer, 34 b; vgl. voor Zuid-Nederland Rutten, 211 a: gauw soldaat zijn, gauw kapot, opgegeten, dronken zijn; Tuerlinckx, 575: iemand saldoat make, iemand doen verliezen in een spel, dronken maken; Schuerm. Bijv. 311; Waasch Idiot. 609 a: soldaat maken, vernielen, opeten, kapotmaken; Loquela, 452 en Antw. Idiot. 1146: iet soldaat maken, opeten, uitdrinken, in stukken slaan; soldaat zijn, verloren zijn; in Kl. Brab. een boom soldaat maken, hem vellen; Waasch Idiot. 317 b: iemand soldaat maken bij Jantje Kaas (Koning Willem II), hem dooden. Onze uitdr. kan van Zuidnederlandschen oorsprong zijn: immers onder een soldaat verstaat men in het Westvlaamsch een magere oude koe, die verkocht wordt om voor het leger geslacht te worden (De Bo, 1059); in Kl.-Brab. en elders eene soldatenkoe genoemd. Bij overdracht kan soldaat maken dan gezegd zijn van alles wat doodgemaakt, opgegeten wordt; vgl. no. 1083Ga naar voetnoot1). In het fri. in fles fol jenever soldaet meitsje, leeg drinken; dy flesse, myn pong (beurs) is soldaet, is ledig; eng. a soldier, een leege fleschGa naar voetnoot2). |
|