2071. Iemand op (het) sleeptouw nemen,
d.i. iemand meesleepen, helpen; verleiden. ‘De schepen, die de vloot niet kunnen volgen, neemt men op het sleeptouw, dat is: men maakt ze aan een ander schip vast, en voert ze zoo mede. Zoo ook neemt men iemand op het sleeptouw, wanneer men hem brengt, waar hij uit eigene kracht niet komen kan’ (Harreb. II, 341 b). Vgl. Schuermans, 618 a: ik breng hem op sleeptouw mee, d.i. hij komt achter mij aan; Waasch Idiot. 596 a: op sleeptouw meegaan, meegaan zonder goede kaart, vol betrouwen op de goede kaart van den maat; hd. jemand ins Schlepptau nehmen; oostfri.: he hed hum in de slêptau namen; eng. to take in tow; Handelsblad, 23 Mei 1915 (ochtendbl.), p. 10 k. 4: Een gepommadeerde nietsdoener, die degelijke vrienden mee op sleeptouw neemt in zijn nachtavonturen. Zich op sleeptouw laten nemen, zich laten meesleepen, verleiden; vgl. De Vrijheid, 11 Jan. 1922, 1ste bl. p. 1 k. 1: Toen Europa zich door veelbelovende termen van president Wilson op sleeptouw liet nemen; vgl. De Arbeid, 24 Dec. 1913, p. 3 k. 4: De man was vol geestdrift voor een strijd en verklaarde onomwonden dat de arbeiders zich niet op sleeptouw moesten laten nemen door de patroons; 1 Mei 1915, p. 3 k. 3: Wij laten ons door niemand op sleeptouw nemen, doch gaan voorwaarts op eigen initiatief, zelf onze zaken beredderende; Handelsblaâ, 5 Juni 1914, p. 9 k. 6: Voordat de minister zich door den heer Ter Spill op sleeptouw heeft laten nemen; Handelsblad, 13 Maart 1915 (avondbl.), p. 6, k. 4: Het is jammer dat ook deze volkomen zuivere redeneering het publiek niet bereikt, dat zich door de vijanden der kennis op sleeptouw laat nemen; Het Volk, 11 Febr. 1913, p. 1: Hij waarschuwt de arbeiders zich in den politieken strijd niet met mooie praatjes door de heeren op sleeptouw te laten nemen; Nkr. III, 30 Mei p. 2: Omdat het meerendeel zich nog altijd op het sleeptouw laat nemen door de liberale en christelijke heeren; M. de Br. 493: Laat je niet op sleeptouw nemen door die daar boven; Het Volk, 1 Oct. 1914, p. 5 k. 4: Het blijft maar schandelijk, zooals te Terneuzen de werkloozen en hongerlijders op sleeptouw worden genomen. Op sleeptouw zijn van iemand, iemand blindelings volgen; vgl. Het Volk, 13 Juni 1914, p. 1 k. 3: In de haven van Rotterdam vormen de arbeiders, die nog op sleeptouw zijn van de kerkelijken, een kleine minderheid; fr. être à la remorque de qqn.