2067. Op alle slakken zout leggen,
d.w.z. op alle kleinigheden aanmerking maken, bij alles blijven stilstaan. De uitdrukking heeft haar ontstaan te danken aan het volksgeloof, dat, wanneer men zout op een slak legt, deze wegsmelt. Vgl. Maerlant, Nat. Bl. VII, 988: Al men worpt op haer (slecken) sout, dan verdeerftse met ghewout. Zie Harreb. II, 272: ‘Men moet op alle slakken geen zout leggen, dat is men moet niet alles aan de proef onderwerpen of naauw onderzoeken’; Het Volk, 14 Sept. 1912, 2de bl.: As je op iedere slak zout zou willen legge dan kan je wel zegge dat Dr. Kuyper voor de arbeiders altijd doof is geweest; Het Volk, 4 Mei 1915, p. 3 k. 1: Op nog een slakje moeten wij een snuifje zout leggen; De Arbeid, 25 Febr. 1914, p. 3 k. 3: Ik liet deze absurde redeneering langs mij heen gaan terwille van den lieven vrede. Men kan bij een samenwerking niet op alle slakken zout leggen; Handelingen St.-Generaal, 1914-1915, p. 1353: Ik zou willen vragen of het wel goed kan genoemd worden dat men op alles wat er bij de marine verkeerd gebeurt de aandacht vestigt, dat men op ieder slakje zout legt, dat men bij 't minste of geringste wat niet geheel in orde is, dadelijk in de Tweede Kamer opspeelt; Groot-Nederland, 1914 (Oct.), bl. 419: Als je op iedere slak zout leit, smeer 'k 'm! 'k sta niet onder je kerateele; N. Rott. Cour. 29 Maart 1921 (O), A, k. 2: Het optreden van Westergaerd blijkt nog al streng: hij legt zout op elke