Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 263]
| |
Ned. Hist. 377: Evenwel, hoe heftig hy de vyandschap inzette, zoo verzuimd' hy echter niet de volken met aanbodt van genade, en voorslagh van vreede, te wiegen; V. Lummel, 375: Don Lowijs kon soet wiegen
d'Arme Mooren met soeten klap:
Om hun soo te bedriegen,
Gelijck Judas en Joap.
Cats I, 469: Wie sich door praet in slaep laet wiegen, die kan men wonder haest bedriegen; Winschooten, 359: Iemand in slaap wiegen beteekend oneigendlijk: iemand onder schijn van vrindschap en door goede woorden, en beloften bedriegen; Tuinman I, nal. 28: Hy laat zich in slaap wiegen, dat is, hy laat zich bedrieglyk gerust en zorgeloos maken, om geen quaad te vreezen, en niet op zyne hoede te zyn; Sewel, 958; Halma, 784; Harreb. II, 199 a; Antw. Idiot 2159; Waasch Idiot. 742; Handelsblad, 21 Mei 1915 (avondbl.), p. 1 k. 1: Engeland, waar men zich in slaap laat wiegen door al te luidruchtige berichten van overwinningen, die slechts van locaal belang zijn; Nw. Amsterdammer, 30 Jan. 1915, p. 3 k. 1: Men late zich niet in slaap wiegen door de misleidende zinswending van het bericht. In dieventaal beteekent ‘iemand in slaap wiegen’ hem stomdronken maken; vgl. Dievenp. 26: Zóó handig hadden de heeren 't aangelegd, dat ze hun slachtoffer in slaap hadden gewiegd, waaronder ze in 't bargoensch verstaan, dat de man stomdronken in 'n hoek van de kroeg z'n roes zat uit te slapen. |
|