Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 258]
| |
632 b; Boekenoogen, 710: opsmikkelen); goeden smik maken (Kl.-Brab.); fr. faire bonne chère a qqn; mnl. goede (goet) chier(e) maken, eig. iemand een vriendelijk gelaat (lat. pop. cara) toonen, en vandaar: hem goed ontvangen, gastvrij onthalen; en bij verdere overdracht: een vroolijk leven leiden, pret maken; zie het Mnl. Wdb. I, 1498; Joos, 81 en Jacobs, Verouderde woorden, 52; 229. |
|