Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2019. Iemand den schop geven,d.w.z. iemand afdanken, wegjagen; den schop krijgen, weggejaagd, afgedankt, ontslagen worden, zijnen cache krijgen (Rutten, 43 a); ook gezegd van eene vrijster, die bedankt wordt of van een vrijer, die een blauwtje loopt; zie Molema, 371 a: hij hef de schop kregen, hij heeft een blauwtje geloopen; fri.: hy krige der de skop, hij werd afgedankt; hij kreeg er een blauwtje. In de 17de eeuw o.a. bij Hooft, Ged. I, 293: Wie zoud U willen geven de schop, en willighlijk, ten vaderlande ujt bannen? Zie verder bij Vondel, Jos. in Egypte, 93; Winschooten, 237; 352; Westerbaen I, 496; Van Effen, Spect. VIII, 32; Asselijn, J. Kl. 415: Nou willenze dat ik Jan Klaasen de schop zel geven en met dezen kwaeker trouwen zel; Sweerts, 289: Toen gaf ze my de schop in plaats van weder-min; Sewel, 709; Halma, 573; Waasch Idiot. 588: iemand 'nen schup onder de broek geven, wegjagen. Het is niet onmogelijk, dat deze uitdr. moet vergeleken worden met eene als den bons geven (no. 291), den bof geven, de(n) klap geven, en zij derhalve wil zeggen: iemand door het geven van een schop van zich verwijderen, zooals o.a. de gewoonte was bij het zeewezen, waar een matroos, die met een rood paspoort wordt weggejaagd, van de valreep geschopt werdGa naar voetnoot1). Doch het is evenzeer mogelijk, dat ze ontleend is aan de uitdr. iemand op den schopstoel of op een schop zetten; vgl. mnl. scoppen, scuppenGa naar voetnoot2); Plantijn: Schuppen, op een schupstoel setten, den sack geven, bailler le sac à aucun, donner congé à l'improveu, repente aliquem expellere ac dimittere, ablegare; Teuth. 346: schuppen, precipitare; mnd. schuppen, stossen, fortstossen, vertreiben, wegjagen; Winschooten, 237: Iemand op een schop setten: iemand los zetten, soo dat men hem verstooten kan, als men wil: dat ook schoppen genaamd werd: sij hebben hem geschopt, sij hebben hem de schop gegeven; Pers, 475 a; 710 b: iemand schoppen; Oudemans op Hooft, 286; dial. hd. einem die Schipp geben; no. 2020. |
|