1951. Hij is te Rome geweest en heeft den Paus niet gezien.
‘Dat past men toe op ymand, die ergens geweest is, zonder het merkwaardigste te beschouwen’ (Tuinman I, 30). Zie Servilius, 23*: wat maket men te Romen, als men den paus niet en siet; Campen, 81: wat soldick te Romen doen als ick den Paeuws niet en saghe; De Brune, 210: Wat nut van Roomen, of gheniet, wanneer men daer de Paep niet ziet? De zegswijze komt in hare tegenwoordige gedaante het eerst voor bij Tuinman. Zie Wander III, 1719: In Rome gewesen sein, ohne den Papst gesehen zu haben; it. essere stato a Roma senza aver veduto il Papa; Huygens I, 299, vs. 165-169; Joos, 76. Ook in het oostfri.: hê is in Rôm west un hed de paus nêt sên; Jahrb. 38, 161: he is na Roum wiäsen un häwt den Pabst nig eseen.