Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1920. Van den regen in den drupGa naar voetnoot1) komen,d.w.z. van een onaangenamen toestand in nog erger geraken; van den wal in de sloot; vgl. Sewel, 725: Van den regen in de sloot; hd. aus dem Regen in (oder unter) die Traufe kommen; fri. fen 'e rein yn 'e drip komme; vgl. verder mlat. incidit in Scyllam cupiens vitare Charybdim (van de Scylla in de CharybdisGa naar voetnoot2)); de calcaria in carbonariam pervenire; gri. φέυγων καπνὸν ἐις πῦρ ἐμπιπτεί; tendere de fumo ad flammam (Sart. I, V, 64: uyt de roock in 't vier loopen); fr. tomber de la poêle dans la braise; tomber de fièvre en chaud mal; eng. to fall out of the frying pan into the fire (Tuinman I, 298: uit de pan in 't vuur springen). In Groningen: van de Eems in de Dollert komen (Molema, 82 b); Rutten, 198 b: van een scheele op een blinde vallen; Joos, 115: van 't vagevuur in de hel loopen; van den kant in den gracht vallen; ndd. van der Matten up 't Stro kamen; van der Platten in der Matten kamen; zie Wander III, 1582; Taalgids V, 175-176; Volkskunde IX, 203-204; Antw. Idiot. 383; Harreb. I, 158; Ndl. Wdb. III, 3465 en no. 589. |
|