Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1836. Iemand zijne planeet lezen,d.w.z. iemand zijn toekomstig lot voorspellen; eig. iemand zijn geluk of ongeluk uit zijne geboortester voorzeggenGa naar voetnoot2), zijn horoscoop trekken (fr. tirer l'horoscopeGa naar voetnoot3). Onder een planeet verstaat men eene dwaalster, maar de astrologen verstonden er ook geboortester onder, wier stand invloed kon oefenen op iemands lot. De Grieksche geschiedschrijver Diodorus van Sicilië vermeldt (II, 31), dat reeds bij de Chaldeeërs het geloof bestond aan den grooten invloed, dien de sterren, en vooral de planeten op 's menschen lot konden oefenen. Bij ons vinden we in de middeleeuwsche geschriften meermalen van dien invloed melding gemaakt o.a. in de Natuurkunde v.h. Heelal, vs. 18 vlgg.: | |
[pagina 166]
| |
Want dat seghet ons die scrifture,
Dat elcke creature, die levet,
Sine nature van boven hevet
Al van den seven planeten.
Zie verder vs. 1297 vlgg. en vs. 1245-1286; Maerlant, Heim. der Heim. vs. 777 vlgg.; 1591-1686; Limb. XI, 759 en Verdam in de Handelingen der Maatschappij v. Nederl. Ltk. 1897/1898, bl. 52-54; Halma, 507: Iemand zijne planeet leezen, zijn geluk of ongeluk uit zijne geboortestar voorzeggen; Harreb. II, 187. Vandaar kon de zegswijze ontstaan onder een gelukkige (of ongelukkige), de rechte, planeet geboren zijn; vgl. no. 670. |
|