Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1782. In de pas staan (of zijn),d.w.z. in de gunst, in den geur, in de kas staan (zie o.a. C. Wildsch. III, 276; Brieven, 177; Harreb. I, 383: bij iemand in de kast zijn), in een goed blaadje staan. Vgl. fri. goed by immen yn 'e pas stean, goed aangeschreven staan; V. Schothorst, 182: hij staat bij hem in de pas; V.d. Water, 116: bij iemand in de pas staon, in een goed blaadje staan; Sjof. 12: De meesterknecht, die bij zijn patroon erg in de pas stond; Nkr. II, 1 Nov. p. 6: Om nog meer in de pas te komen lonkt hij de dompers hart'lijk toe; 20 Dec. p. 4: Toen Wentholt in de kamer zoo opgetakeld was, toen dacht hij: pot verjoppie! wat ben ik in de pas; III, 14 Febr. p. 6: Daarbij kom je in de pas; 18 Juli p. 6: Wie staat er in de Hofstad thans bij velen in de pas, omdat hij is het tegendeel van wat hij vroeger was?; VI, 16 Maart p. 6: Lang draagt hij zijn haren, lang draagt hij zijn jas, bij Kuyper staat hij goed in de pas; Nkr. VIII, 17 Oct. p. 7: De Hollandsche gezinnen (in België) stonden ook zoo best niet meer in de pas; Gron. 95: Toch ondervindt Ernst nog wel, dat-i bij z'n driegever (een leeraar) niet bijster in den pas staat; D.H.L. 21: Hij weel wel, dat-i in den pas staat bij den kapitein; Haagsche Post, 8 Febr. 1919, p. 155 k. 4; Peet, 82. Hiernaast Uit de pas zijn, uit de gunst zijn, in Opr. Haarl. Courant, 3 Mei 1922, p. 5 k. 5: In ‘le Journal’ schuift Vautel Lloyd George (die heelemaal bij hem uit de pas is) een nieuw denkbeeld in de schoenen. - Wat eigenlijk onder ‘pas’ in deze zegswijze moet worden verstaan, is onzeker. Van de Water, 116 vermoedt: met iemand gelijken danspas houden, met iemand goed kunnen omspringen, wel zijn met iemand; Van Ginneken II, 456 verklaart: wanneer men achter elkaar marcheert en men heeft niet denzelfden pas, dan gaat het loopen slecht. Men trapt op de hielen van anderen en krijgt woordenGa naar voetnoot2). In den pas gaat het beter. Bij deze verklaringen past het ww. ‘staan’ evenwel niet en zou men bovendien het voorzetsel ‘met’ verwachten. |
|