1483. Er zijn martelaars en apostelen (of propheten).
Men voegt deze woorden tot troost en bemoediging toe aan iemand, die een tobberd is. Evenals vroeger niet ieder geroepen was om het verheven zendingswerk der Apostelen te verrichten, kan ook thans niet ieder uitmunten in wetenschap en kunst, doch niettemin een nuttig lid der maatschappij wezen, evenals de martelaars, al waren ze lijders, toch het zaad der kerk zijn geweest. Zie Harreb. I, 16; Noord en Zuid V, 323. In Zuid-Nederland komt de zegsw. in eenigszins anderen zin voor; vgl. Loquela, 312: In elken stiel zijn er veel martelaars en weinig apostelen; g' hebt apostels en g' hebt martelaars; g' hebt smeds en g' hebt sjouwers; Antw. Idiot. 795: In elke(n) stiel zijn veel martelèèrs en weinig apostelen. De martelèèrs komen zoowel in den hemel als de apostelen, de knoeiers bereiken ook hun doel.