1454. Met de maat, waarmede gij meet, zal u weder gemeten worden,
ook zoo gij meet, zoo wordt gij gemeten, d.w.z. zooals wij anderen behandelen, zullen wij zelf behandeld worden; het kwaad dat wij anderen aandoen, zal aan ons vergolden worden. Het woord is ontleend aan Matth. VII, 2: Want met welck oordeel ghy oordeelt, sult ghy geoordeelt worden: ende met welcke mate ghy metet, sal u weder gemeten worden; Zeeman, 364; Harreb. II, 50; III, 47; Ndl. Wdb. IX, 627; Villiers, 78; Wander III, 490; vgl. Praet, 1013: Met sulker maten alstu hier meets, so sal men di wedermeten; Campen, 21; Everaert, 97; De Brune, 130: Met de mate die ghy meet zult ghy daer naer oock zijn besteet; Brederoo I, 77, vs. 2161: Soo ick Alphonsus mat, soo werd ick weer ghemeten; fr. de la mesure dont vous mesurez les autres vous serez mesurés; hd. mit dem Masze wie ihr messet, soll euch wieder gemessen werden; eng. with what measure ye mete, it shall be measured to you again.