1415. Iemand links laten liggen,
d.w.z. op iemand geen acht slaan, geen notitie van hem nemen, hem negeeren; hd. einen oder etwas links liegen lassen, vernachlässigen; nd. enen link holden (Eckart, 330); oostfri. he let him hêl links liggen, kümmert sich nicht um ihn. Uit het begrip linksch heeft zich dat van verkeerd ontwikkeld; ook bij de Romeinen beteekende sinister, evenals laevus en scaevus, linksch en ongelukkig, verkeerd (vgl. Leuv. Bijdr. X, 214), zoodat de uitdr. eig. wel zal beteekenen: iemand aan de zijde laten liggen, vanwaar het ongeluk komt, dus: er liefst niet naar omzien. Zie Harreb. III, 44; Falkl. V, 183; Nkr. IV, 5 Juni p. 2; Villiers, 74; Ndl. Wdb. VIII, 2449; enz.